UTRECHT - Veel werkende jongeren kunnen niet met geld omgaan en kampen met schulden. Dure scooters, hippe mobiele telefoons en veelvuldig uitgaan slokken het budget op. Twintig procent heeft voor gemiddeld 3100 gulden aan leningen uitstaan en 5 procent hiervan heeft schulden die oplopen tot boven de 10.000 gulden.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) naar de financiële situatie van werkende jongeren uit de Beroepsbegeleidende Leerweg, het vroegere leerlingwezen.
Zeventig procent van de jongeren van 15 tot 24 jaar, die vier dagen werken en één dag naar school gaan, zegt wel eens te kampen met geldtekort. Dat wordt vooral opgelost door te lenen bij ouders en vrienden maar voor grotere bedragen schromen jongeren niet bij de bank aan te kloppen. Uitwonende jongeren lenen tweemaal zo vaak bij de bank als hun thuiswonende leeftijdsgenoten.
Veel geld wordt besteed aan 'leuke dingen'. Werkende jongeren geven het meeste geld uit aan alcohol, gemiddeld bijna 185 gulden per maand. Jongens geven ongeveer 100 gulden meer uit aan drank dan meisjes. Aan kleding geven jongens en meisjes ongeveer evenveel geld uit, gemiddeld 140 gulden.
De geldproblemen lossen zich niet op als de jongeren het ouderlijk huis verlaten. Gemiddeld wordt er 650 gulden aan huur en energie betaald en aan boodschappen zijn uitwonende jongeren 300 piek kwijt. Er wordt echter niet of nauwelijks gesnoeid in het uitgavenpatroon. Hierdoor stijgt de totale schuldenlast en worden de problemen groter.