AMSTERDAM - ING heeft de nettowinst over het derde kwartaal met 7,7% zien dalen tot 901 miljoen. Vooral in het bankbedrijf zakten de resultaten in, met name als gevolg van hogere voorzieningen die de bankverzekeraar heeft getroffen om zich in te dekken tegen slecht inbare leningen. Het verzekeringsbedrijf zag, in weerwil van een forse schadepost als gevolg van 11 september, de nettowinst met 18,5% groeien.
De winstdaling in het derde kwartaal is voor ING geen reden om af te stappen van de eerder geuite prognose van een winstgroei van 5% per aandeel over heel 2001. Gemeten over de eerste negen maanden van dit jaar doorstaat ING de vergelijking met 2000 namelijk beter. Terwijl het bankbedrijf in die periode ten opzichte van vorig jaar 12,5% inleverde, ging de winst van de verzekeringstak 25,2% omhoog. De operationele concernwinst tot en met september komt daarmee op 3,3 miljard. Dat is 8,4% meer dan in de eerste negen maanden van vorig jaar.
Aan de bankenkant zijn de baten over de eerste negen maanden van dit jaar met 3,7% gedaald, terwijl het operationeel resultaat maar liefst met 12,5% omlaag ging. Dit terwijl de kosten licht zijn gedaald. De verklaring voor het grote verschil ligt dan ook niet in die kosten, maar in de toename van de voorzieningen waarmee de bank slecht inbare leningen wil opvangen, bevestigde gisteren een woordvoerster van ING .
ING heeft dit jaar tot nu toe deze buffer met 500 miljoen aangevuld, waarvan 225 miljoen in het derde kwartaal alleen. In het derde kwartaal vorig jaar vloeide er nog 100 miljoen naar deze post.
Uit een toelichting die financieel directeur Cees Maas gisteren op een analistenbijeenkomst gaf, valt af te leiden dat ING in totaal circa 4 miljard op de balans moet hebben staan als buffer. Maas verwacht slecht inbare leningen niet zozeer uit de hoek van getroffen sectoren als luchtvaart en telecommunicatie, maar uit het midden- en kleinbedrijf. Hij noemde daarbij met name Polen en Oost-Duitsland als probleemgebieden. "In Polen zijn we de portfolio aan het opschonen. Het gaat vooral om leningen aan de oude industrie", aldus Maas.
Voor Albert Ploegh, analist van Effectenbank Stroeve, lagen de kwartaalcijfers in lijn met de verwachting. "Wel viel het bankbedrijf me tegen. De omzet daalt daar nog steeds sneller dan de kosten. Ook de voorzieningen voor slechte leningen hebben hier een hoge impact." Ploegh verwacht voor het vierde kwartaal een betere kostenontwikkeling.
Een ander pijnpunt zit volgens de analist in het vermogensbeheer van ING. Het beheerd vermogen is sinds ultimo 2000 met 3,3% gedaald naar 486 miljard. Ploegh: "En eind juni dit jaar was het beheerd vermogen nog 539 miljard. In de eerste helft van 2001 werd daarmee een winst vóór belastingen behaald van 365 miljoen. In het derde kwartaal is echter nu een verlies van 22 miljoen gemaakt."
De verzekeringstak zette in het derde kwartaal een nettowinst neer van 653 miljoen, 18,5% meer dan vorig jaar. De plus is vooral te danken aan levensverzekeringen. Het brutoresultaat steeg hier 10%. Met name garantieproducten in nieuwe geografische markten deden het goed. Het schadebedrijf kende daarentegen een dip van 34% (van 131 miljoen naar 87 miljoen winst vóór belastingen) met name als gevolg van de gebeurtenissen in de VS.
ING schat het bedrag aan schadeclaims naar aanleiding van de aanslagen op het WTC in New York op 600 miljoen. Het leeuwendeel komt terecht bij dochter Reliastar, die 275 miljoen ten laste van het eigen vermogen moet brengen. Reliastar trekt zich terug uit diverse herverzekeringsmarkten. De totale druk van de WTC-schade op de winst van ING becijfert de groep op 100 miljoen netto.
De bedrijfsonderdelen in de Verenigde Staten voldoen hiermee niet aan de verwachtingen, zo meldde gisteren ING opnieuw.
"Voor 2001 zouden ze 0,17 aan de winst per aandeel moeten bijdragen, rekening houdend met een aandelensplitsing", stelt de woordvoerster van ING. Dit is tot en met september op 0,05 per aandeel blijven steken.