AMSTERDAM - Nederland is een uniek fietsland. Vrijwel nergens ter wereld worden er door zo veel mensen, zo veel kilometers per jaar gepeddeld. Toch is het geen hosanna voor de Nederlandse tweewielerindustrie. Gisteren werd fietsenfabrikant Union failliet verklaard.
"Al heel wat bedrijven zijn Union voorgegaan. Want je wordt bepaald niet slapend rijk in de fietsenbranche", weet Gerrit Jan Stokreef, secretaris van de Rai vereniging, belangenbehartiger van deze sector. Het is een conjunctuurgevoelige markt, de marges zijn klein, en een verlies aan binnenlandse omzet kan moeilijk worden gecompenseerd door een toenemende export. "De Nederlanders stellen veel hogere eisen aan hun fiets. Door de hogere kwaliteit wordt de Nederlandse fiets te duur voor de minder fietsende en daardoor minder veeleisende buitenlanders."
De binnenlandse markt groeide vorig jaar licht, er werden toen zo'n 70.000 nieuwe fietsen meer verkocht dan een jaar eerder. "Het verschil tussen een topjaar en een gewoon jaar is in aantallen verkochte fietsen niet zo heel groot. Maar als een fabrikant bijvoorbeeld 10.000 fietsen minder verkoopt, loopt hij zo rond de 11 miljoen aan omzet mis. Dat kan hard aankomen", rekent Stokreef voor. Voor een nieuwe fiets werd in 2000 gemiddeld 1060 betaald.
Volgens CNV-bestuurder Theo Katerberg hebben niet de lage marges of tegenvallende verkopen Union de das omgedaan. Veeleer zijn de lange reeks nieuwe eigenaren en de vele directiewisselingen van de afgelopen twintig jaar debet aan het faillissement. "Het beleid zwalkte en het bedrijf kreeg daardoor in de markt de naam onbetrouwbaar te zijn." Bovendien is er structureel te weinig in de onderneming geïnvesteerd. "Directeur Van de Linden heeft drie jaar geleden 2,3 miljoen uit Union gehaald en in moedermaatschappij Winning Wheels gestopt. Dat noemen ze ook wel het ene gat met het ander dichten", aldus Katerberg.
Accell Group heeft inmiddels interesse getoond in Union. Deze derde fietsenfabrikant in Europa heeft Batavus en Sparta al in handen. Niet alleen Union, maar ook andere oer-Hollandse merken hebben in de loop der jaren behalve grote successen ook grote dieptepunten gekend. De moordende, wereldwijde concurrentie deed de Nederlandse rijwielproducenten midden jaren tachtig in het slop belanden. "Door schaalvergroting en het aantrekken van vreemd vermogen wisten de meeste er weer bovenop te komen", aldus Stokreef. Batavus, Fongers, Magneet, Germaan en Lokomotief kwamen in handen van de Atag-groep, Gazelle werd gekocht door het Engelse Derby en Union kwam toen bij het handelshuis Hagemeyer terecht. Hij hoopt dat er nog een koper wordt gevonden voor het failliete bedrijf. "Het is een oud en gerenommeerd merk, het zou eeuwig zonde zijn als dat verdwijnt."