|
Twee in traditionele chador geklede vrouwen zoeken in de bazar in het hart van Kaboel alvast de panty's uit die ze straks willen dragen. (Foto: De Telegraaf)
|
door Hans Kuitert KABOEL - De vrouwen van de Afghaanse hoofdstad Kaboel worden ongeduldig. Ruim anderhalve week nadat de Noordelijke Alliantie de Taliban had verdreven, zijn zij hun textiele ketens, de van top tot teen bedekkende chadors, nog steeds niet kwijt. Ze wachten met smart op een besluit van de nieuwe, voorlopige machthebbers om hen de kans te bieden letterlijk en figuurlijk weer hun gezicht te laten zien.
Onder de religieuze dictatuur van de Taliban verloren de vrouwen hun banen, mochten zij alleen onder begeleiding van een man of een zoon de straat op en altijd gehuld in hun eenpersoonstent, de chador. Hun dochters werden van school gestuurd. Nu de Taliban hun leven niet meer beheersen, hebben ze als eerste stap besloten hun stem te verheffen. Alsof het een massaal maar stil protest geldt, wemelt het inmiddels van de niet door hun mannen begeleide vrouwen op straat. In groepjes of alleen gaan ze nu naar de bazaar, maar het geel, roze, zwart en blauw van hun chadors, ook wel burqua's genoemd, hebben ze nog niet van zich kunnen afwerpen.
Vanachter de textiele tralies van hun openbaar gedragen privégevangenis gluren ze nu wel nieuwsgierig en onbevangen de wereld in. De meest vooruitstrevende onder hen, waagden gisteren een kortstondige betoging, die, onder het voorwendsel dat er geen vergunning voor was verleend, als een illegale demonstratie door de militaire politie, zij het met zachte hand, uiteen werd gedreven.
Een handjevol vrouwen had de chador even afgelegd en vervangen door de het gezicht openlatende hoofddoek. Ze wilden naar het hoofdkwartier van de Verenigde Naties oprukken in Kaboel, maar zover kwamen ze niet. Organisatrice Saraya Parlika, een voormalige politica tijdens het communistische regime dat in 1992 werd verdreven, zei dat vrouwen recht op werk, onderwijs en kledingvrijheid wilden eisen. "Velen van ons moeten onze gezinnen nu zelf onderhouden. Veel vrouwen zijn hier weduwe, net als ik. En we wilden dat de Verenigde Naties alleen helpen een regering te vormen in ons land, maar ook dat wij weer een rol in de samenleving kunnen spelen", zegt een vrouw in de bazaar van de oude stad van Kaboel.
Enige tientallen mannen staan wat lacherig om haar heen als ze dit met stemverheffing zegt. Dan verstomd het lachen, want de vrouw gooit demonstratief een stuk van haar chador omhoog. Haar bronzen gezicht wordt zichtbaar en haar felle grote ogen vonken naar de mannen, die onwillekeurig even terugdeinzen. Meer dan tien seconden duurt het niet, dan laat ze het doek weer vallen.
"Ik ben verpleegster geweest. Ik wil mijn baan terug. Dit duurt met allemaal veel te lang", zegt ze. Verderop onthoudt een andere inwoonster van de Afghaanse hoofdstad zich van een dergelijk miniprotest, maar voor iedere man die het wil horen kermt ze wel een vrouwelijke hartenkreet. "Vrouwen moeten meepraten nu er een nieuw Afghanistan wordt gevormd. De mannen hebben mijn land verwoest, laat ons vrouwen het herbouwen. We moeten er een rol in kunnen spelen. Wij hebben geen geweren en tanks."
Gedurende het vijf jaar durende vrouwvijandige schrikbewind van de Taliban hadden deze kleine uitingen van onvrede de betrokken vrouwen al in grote problemen kunnen brengen. In het bevrijde Kaboel van nu laten de vrouwen met hun massale komst naar de straten aan de traditioneel door mannen gedomineerde samenleving blijken dat ze er weer zijn en hun rechten opeisen.