Zijn broertje Sadeq slaat de ogen neer. Mohammed Salem's moeder snikt verderop in het ziekenhuiszaaltje. Sinds de rampspoed haar zoon trof, is zij in een shock. Ze kan geen woord uitbrengen en huilt alleen maar. Dokter Basir Ahmad Abdurahim Saleh mompelt haar een verontschuldiging toe. "We hebben zijn rechterbeen vanaf de knie moeten amputeren. Er was geen redden meer aan. Het spijt me zo."
Dan haalt hij diep adem en verheft met alle woede die hij zich wenst te veroorloven zijn stem. "Salem is een van de veertien kinderen die ledematen zijn kwijtgeraakt aan de Amerikaanse jacht op Bin Laden en de Taliban. Wat heeft dit kind te maken met hun wraakgevoelens."
In het ziekenhuis aan de oostkant van Kaboel heeft dokter Saleh 50 gewonde kinderen moeten opnemen tijdens de Amerikaanse bombardementen op de hoofdstad. "Tien zijn gestorven. Vooral het verlies van armen en benen en veel brandwonden, sommigen met ernstige inwendige verwondingen. Wat moet ik zeggen, de Taliban zijn uit Kaboel verdreven, maar wat mij betreft is de prijs is te hoog."
Mohammed Salem verlegt zijn geamputeerde been en staart in het oneindige, alsof hij zich concentreert om de woorden van de dokter blijvend op te slaan in zijn gedachten. Opdat hij zich die later kan herinneren als hij, net al vele honderdduizenden andere invaliden van twintig jaar oorlog in Afghanistan, terug moet blikken vanuit een heden zonder toekomst.