
|
Ibrahim Rugova (Foto: REUTERS)
|
PRISTINA - De gematigde etnisch-Albanese leider Ibrahim Rugova heeft de overwinning opgeëist van de eerste provinciale verkiezingen die sinds de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in Kosovo zijn gehouden.
Hij riep de internationale gemeenschap gisteren op, de onafhankelijkheid van de Servische provincie te erkennen. Op een persconferentie zei hij dat zijn partij, de Democratische Liga van Kosovo (LDK) 70 procent van de stemmen had gekregen en daarom de komende drie jaar kan regeren.
De officiële uitslag zal pas vandaag bekend zijn. Maar volgens een non-gouvernementele organisatie die op de verkiezingen heeft toegezien, haalde de LDK 44,7 procent van de stemmen, niet genoeg om alleen te kunnen regeren en is er een coalitie nodig. De partij van de voormalige rebellenleider Hasim Thaci, de Democratische Partij van Kosovo (PDK), eindigde met 23,7 procent van de stemmen op de tweede plaats, gevolgd door de Alliantie voor de Toekomst van Kosovo met 8,3 procent, aldus de waarnemersorganisatie, Kosovo Actie voor Burgerlijk Initiatief. De gezamenlijke Servische partijen kregen 10,1 procent van de stemmen.
Van de Servische kiezers bracht uiteindelijk iets minder dan de helft zijn stem uit.
De etnische Albanezen zagen de verkiezingen als niets minder dan een stap op weg naar onafhankelijkheid voor Kosovo. Veel Servische kiezers bleven thuis, omdat ze bang zijn dat de macht van de centrale regering in Belgrado in Kosovo door de verkiezingen verder zal afnemen.
De kiezers brachten hun stem uit voor een 120 leden tellend parlement, dat een president moet kiezen en een regering moet vormen, die Kosovo samen met de Verenigde Naties en de NAVO-vredesmacht KFOR gaat besturen. De Serviërs zijn verzekerd van tien zetels in het parlement, maar afhankelijk van de opkomst onder het Servische bevolkingsdeel zouden dit er twintig kunnen worden.
Volgens de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) bedroeg de opkomst onder de etnische Albanezen 65 procent en onder de Serviërs 46 procent. Van de 200.000 gevluchte Kosovaarse Serviërs in Servië en Montenegro bracht 57 procent zijn stem uit.
(AP/AFP)