ROTTERDAM - Na acht jaar aan het stuur van Nedlloyd te hebben gestaan houdt Leo Berndsen het voor gezien. Hij gaat met pensioen. Omdat hij volgend jaar 60 wordt, maar óók omdat het een natuurlijk moment is om afscheid te nemen. De tijd van strategische gesprekken is voorbij, meent de bestuursvoorzitter. "En ze hebben geen vruchten gebracht. Daarmee is een periode afgesloten. Alle aandacht is nu nodig om P&O Nedlloyd door het economisch slechte klimaat te loodsen."

Meer dan twee jaar voerde Berndsen onderhandelingen met de Britse partner P&O over de joint venture P&O Nedlloyd. Deze op een na grootste rederij ter wereld zou met een beursnotering toegang moeten krijgen tot de kapitaalmarkt. Berndsens droomscenario: de rederij bij het beursgenoteerde Nedlloyd onderbrengen, dat dan de naam P&O Nedlloyd zou overnemen. P&O zou zijn 50%-belang in de joint venture daartoe wel over moeten doen aan Nedlloyd in ruil voor aandelen in Nedlloyd. De Britse partner werkte echter niet mee en Berndsen zette daarop zijn wens voor deze reverse listing medio augustus in de koelkast.

Rancuneus richting de Britse partner was Berndsen niet, maar wel sprak hij over een persoonlijke teleurstelling. Op de persconferentie gisteren - Nedlloyd presenteerde derdekwartaalcijfers - stelde de bestuursvoorzitter dat het niet doorgaan van de reverse listing niet de reden was voor zijn afscheid. Maar: "Het strategisch proces staat voorlopig nu stil. In die zin - ik ben twee jaar met dat proces bezig geweest - heb ik geen volle dagtaak meer."

Opvolger Haddo Meijer, reeds medebestuursvoorzitter bij P&O Nedlloyd, neemt per 1 januari 2002 de voorzittershamer ook bij Nedloyd in de hand. Volgens Berndsen een logische keus. Door het slechte economische klimaat is P&O Nedlloyd centraal komen te staan en is de rol van de holding Nedlloyd wat op de achtergrond. Behalve een 50%-belang in Martinair, is P&O Nedlloyd de kurk waarop Nedlloyd drijft.

Berndsen: "Alle aandacht is nodig voor het operationeel proces. Meijer is als eerst verantwoordelijke bij P&O Nedlloyd een geschikte opvolger. Beleggers weten dat als ze in Nedlloyd stappen eigenlijk in P&O Nedlloyd investeren."

De vertrekkende topman is niet bang voor de dubbelfunctie van Meijer. Daarvoor zijn afspraken gemaakt. Mocht Meijer op een gegeven moment voor belangenverstrengeling staan, dan neemt de raad van commissarissen van Nedlloyd de beslissingen. Berndsen: "Dan kom ik zelf weer op de proppen, als commissaris. Meijer doet dan even een stapje terug.''

Berndsen vertrekt namelijk niet helemaal bij Nedlloyd. Op 1 januari 2002 gaat hij verder als commissaris bij het bedrijf. Bovendien houdt hij een dergelijke functie bij P&O Nedlloyd. Berndsen zegt verplichtingen te voelen jegens de Nedlloyd-aandeelhouders.

Vanuit zijn toezichthoudende functies zal Berndsen blijven ijveren om het gat tussen de net asset value van Nedlloyd (volgens zijn berekeningen rond de 50) en de beurskoers (circa 14) te dichten. "Er komen nieuwe strategische kansen. Dan zit ik zo aan tafel."

Volgens Berndsen is het mogelijk dat P&O Nedlloyd zelf een beursgang doet. "Nu natuurlijk even niet, maar wellicht over twee jaar.'' Aandeelhouders van Nedlloyd zouden dan cash of een betaling in aandelen tegemoet kunnen zien.

Ondertussen moet Meijer P&O Nedlloyd door de economische storm loodsen. Want goed gaat het allesbehalve met de rederij. De sector wordt geplaagd door overcapaciteit. Nedlloyd heeft over het derde kwartaal van dit jaar daardoor een fors lagere nettowinst geboekt: 8 miljoen (17,6 miljoen), tegenover 28 miljoen in het derde kwartaal van 2000.

Nedlloyd verwacht voor het vierde kwartaal een verdere teruggang, waardoor het resultaat over het hele jaar flink zal achterblijven met 2000.

P&O Nedlloyd boekte een bedrijfsresultaat van $30 miljoen (75 miljoen), $45 miljoen minder dan vorig jaar. Luchtvaartmaartschappij Martinair, de andere Nedlloyd-dochter, gaat het even voor de wind. Het behaalde het derde kwartaal een resultaat van 11 miljoen tegenover een verlies van 3 miljoen vorig jaar.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 16 november 2001