TERMEZ - Unicef en het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) hebben gisteren de transporten van hulpgoederen naar Afghanistan opgeschort wegens plunderingen en wanordelijkheden.
In de noordelijke stad Mazar-i-Sharif zijn sinds de Taliban vorige week vertrokken honderden mensen vermoord en tonnen aan hulpgoederen geroofd. Ook in andere door de Taliban ontruimde gebieden hebben zich wanordelijkheden voorgedaan.
Van Unicef werden in het weekeinde acht vrachtwagens gestolen. Drie chauffeurs worden vermist en zijn mogelijk vermoord, zei Alfred Ironside, woordvoerder van Unicef in New York. In afwachting van nadere informatie over de veiligheidssituatie worden acht hulpkonvooien aan de grens tegengehouden.
Winter
Door de opschorting is het twijfelachtig of de VN voldoende hulpgoederen in Noord-Afghanistan kunnen krijgen voordat over enkele weken de winter inzet. Naar schatting zijn in het gebied drie miljoen mensen op voedselhulp aangewezen.
Het WFP heeft gisteren per schip over de Amoe Darja vijftig ton voedsel, dekens en winterkleding naar Noord-Afghanistan vervoerd. De lading was maar een kwart van wat het schip normaal gesproken mee kan nemen. Het voedsel werd na aankomst in Hairaton opgeslagen en niet verder getransporteerd naar het platteland, waar aan de voedselhulp het meest behoefte is.
Drie medewerkers van Artsen Zonder Grenzen zijn gisteren in Mazar-e-Sharif aangekomen om hun werkzaamheden te hervatten.
(AP) |