
|
"Europese lidstaten moeten beter controleren" (Foto: EPA)
|
STRAATSBURG - De Europese Rekenkamer heeft twijfels bij het bedrag van Hfl.447 miljoen aan ten onrechte uitgekeerde werkgelegenheidssubsidies dat de Europese Commissie van Nederland terug wil hebben.
De Commissie komt tot dat bedrag op basis van steekproeven. De Europese Rekenkamer vraagt zich af of het op basis van deze steekproeven vastgestelde totaalbedrag voldoende juridische basis heeft, zo zei gisteren Maarten Engwirda, voor Nederland lid van het in Luxemburg gevestigde Europese Rekenhof.
Engwirda wilde niet vooruitlopen op de vraag of Nederland een rechtszaak tegen de Commissie zou winnen, maar hij stelde bij de toelichting op het jaarverslag wel dat het niet zeker is of "de juridische positie van de Commissie sterk genoeg is om haar zaak voor het Europese Hof in Luxemburg te winnen".
Het jaarverslag over het jaar 2000 van de Rekenkamer werd gisteravond in het Europees Parlement in Straatsburg toegelicht en voor het zevende achtereenvolgende jaar blijft een goedkeurende accountantsverklaring achterwege. Volgens Engwirda stijgt het foutenpercentage de laatste tijd weer iets, en ligt het nu "beduidend boven de 5%". Dat percentage ligt bij de structuurfondsen en de landbouwuitgaven, traditioneel delen van de Europese begroting waar veel misgaat en die 85% van de EU-uitgaven beslaan. "Maar onduidelijkheid is nog geen fraude: wij denken dat eenvijfde van wat we vinden bewijsbare fraude is." Maar het gaat dan wel om 1% van een Europese begroting van 100 miljard.
Volgens Engwirda is er een parallel met de VS, waar de Rekenkamer al vier jaar geen goedkeuring geeft. "Maar dat is omdat ze drie jaar later begonnen zijn dan wij. De staten maken er een potje van en zo moeten ook de Europese lidstaten zelf veel beter controleren. Die zijn voor 80% verantwoordelijk voor de uitgaven en voor 100% voor de inkomsten. Ieder wijst naar de ander en ondertussen gebeurt er niets." Engwirda's termijn voor zes jaar loopt in december af, maar de Nederlandse regering heeft hem voor nog eens zes jaar als lid voorgedragen. "Ik hoop in die tijd een keer een goedkeurende verklaring af te kunnen geven."
Volgens Engwirda nemen de aanstaande lidstaten hun Rekenkamers serieus. "In Estland zit de president van de Rekenkamer bij de ministerraad en zijn woord is wet. Zover hebben we het in West-Europa nog niet gebracht."
Ten aanzien van de slepende ESF-affaire twijfelt de juridische dienst van de Rekenkamer aan de juridische grondslag van de aanpak van de Commissie.