TEL AVIV - Terwijl op het internationale diplomatieke front de rituele dans van beschuldigingen en halve toenaderingen weer wordt opgevoerd, gaat in de realiteit van alledag het geweld tussen Israël en de Palestijnen gewoon door.

|
Een Israëlische politieman torent uit boven de leerlingen van de kleuterschool in Kfar Hess. (Foto: REUTERS)
|
Een speciale commando-eenheid van het Israëlische leger viel gisterochtend het Palestijnse dorp Tel in het noorden van de Westelijke Jordaanoever binnen. De operatie kwam een paar uur nadat een Palestijn een Israëli had doodgeschoten en een andere had verwond bij een schietpartij nabij Kfar Sava.
Volgens Israël staat Tel bekend als een bolwerk van de Hamas-beweging. Bij de actie werd de Hamas-activist Mohammed Hassan Reihann gedood. Hij werd ervan verdacht drie jaar geleden twee joodse kolonisten te hebben gedood. Er werden 45 arrestaties verricht, onder wie 16 mannen die op een lijst van door Israël gezochte terroristen stonden.
De Palestijnse hoop op een eigen staat is wat opgeleefd sinds de Amerikaanse president George W. Bush sprak over 'Palestina' en daarmee een eigen Palestijnse staat bedoelde. Er bestaat echter grote twijfel of de uitspraken van Bush wel uit het hart komen. "Hij wil de Arabische wereld paaien in verband met zijn gevecht tegen Bin Laden", aldus een cynische student in Gaza.
Volgens de Amerikanen komt er wel degelijk een serieuze poging om tot een oplossing voor het conflict te komen, maar dat ontslaat de Palestijnse leider Jasser Arafat niet van de plicht meer te doen om aanslagen tegen Israëlische burgers te voorkomen.
In Israël is de speech van Arafat voor de VN, waarin hij Jeruzalem beschuldigde van "staatsterrorisme" en opriep tot "internationale waarnemers om de Palestijnse burgers te beschermen", als "leugenachtig" afgedaan. "Er is een historische kans op vrede als Arafat het geweld aanpakt en terugkeert naar de onderhandelingstafel", aldus woordvoerder Raanan Gissin.