BERLIJN - Zelfspot en ontspanning moeten Gianni Romme dit schaatsseizoen behoeden voor wat hem in de vorige jaargang overkwam: te vroeg pieken en te vroeg opbranden. Het wereldrecord kwam toen in december, maar toen het er echt om ging, bij EK en WK's, was de stayer nergens meer. "Meneer Romme stond vorig jaar natuurlijk niet waar hij wilde staan", zei het onderwerp zelf zondag in Berlijn. Daar won hij naar goede gewoonte de 5 kilometer.
Hij reed de afstand (6.28,92) bij de opening van het wereldbekerseizoen nog geen vier seconden sneller dan de nummer twee, Bob de Jong (6.32,68). Dat was vorig jaar wel anders geweest, toen Romme een gat van tien tellen sloeg. "Vlak daarna reed ik dat wereldrecord op de 10 kilometer, toen was iedereen me aan het ophemelen. Die Romme, die zou wel even wereldkampioen worden met zes punten verschil. Nou, dat wil ik dit jaar vermijden. Want nu gaat het er niet om, straks wel."
Met straks doelt Romme op de Olympische Spelen in Salt Lake City. Daar wil hij zijn aantal van twee gouden medailles verdubbelen. Op de 10 kilometer zou dat net als vier jaar eerder gebeuren op zijn tweede 10 kilometer van het seizoen. "Ik heb er gewoon niet meer nodig. Als de 5 kilometer goed loopt, weet ik van mezelf dat de 10 ook goed gaat." Bij de wereldbeker in Den Haag, over twee weken, schaatst Romme alleen de 5 kilometer. De 10 laat hij daar schieten. "Die schaats ik pas bij het olympisch kwalificatietoernooi."
Dat toernooi is eind december, traditioneel een zwakke periode van Romme. De man van SpaarSelect was de afgelopen jaren steeds ziek aan het einde van een kalenderjaar. Ook het kwalificatietoernooi voor Nagano miste Romme in 1997 wegens ziekte. Toen werd hij aangewezen op basis van zijn eerdere prestaties. Nu wil hij het anders doen. "We denken dat nu te voorkomen door wat minder hard te schaatsen aan het begin van het seizoen. Ik moet minder stress hebben, dan is de kans kleiner dat ik eind december ziek word. Ik heb echt wel een les geleerd, vorig jaar."