DEN HAAG - Staatssecretaris Bos (Financiën) studeert onder druk van de Tweede Kamer alsnog op een soepele overgangsregeling voor circa 80.000 werknemers met een auto van de zaak om te voorkomen dat zij er in één klap duizenden guldens netto op achteruitgaan.
In een brief aan de Tweede Kamer kondigt de bewindsman aan dat met een overgangsregeling wellicht de meest schrijnende gevallen kunnen worden beperkt die veel nadeel ondervinden van het plan van het kabinet om vanaf 1 januari ook de woon-werkkilometers grotendeels te gaan betrekken bij de fiscale bijtelling.
Vooral VVD en het CDA hebben grote problemen met de plannen van de bewindsman om met ingang van volgend jaar de woon-werkkilometers mee te gaan tellen als privé-kilometers indien de woon-werkafstand meer dan 30 of minder dan 10 kilometer bedraagt.
Uit berekeningen van Financiën blijkt dat een groep van bijna 80.000 lease-autorijders er volgend jaar gemiddeld netto 2475 gulden op achteruitgaat door de nieuwe bijtellingsregels. Het nadeel kan in individuele gevallen zelfs oplopen tot 6500 of een kleine 10.000 gulden.
In verreweg de meeste gevallen gaat het om autobezitters die ver van hun werk wonen en nu 0% bijtelling hebben omdat zij minder dan 500 kilometer per jaar privé rijden. Doordat vanaf 2002 woon-werkkilometers grotendeels als privé gaan meetellen, komen velen ineens op een bijtelling van 15, 20 of zelfs 25% uit.
Financiën benadrukt echter wel dat een twee keer zo grote groep werknemers met een auto van de zaak een voordeel van gemiddeld 1200 gulden heeft van de nieuwe regeling, waardoor de fiscus er per saldo dus niets op verdient. Deze groep, die doorgaans tussen 10 en 30 kilometer van de werkplek woont, profiteert vooral van de ruimere kilometerstaffel die aan de nieuwe plannen is gekoppeld. Zo gaat het hoogste bijtellingstarief straks gelden vanaf 10.000 privé-kilometers, terwijl dat nu - zonder de woon-werkbijtelling - nog 7000 is.