KATCHEMA - Erosie vreet elk jaar 1,5 ton van Ethiopië's aarde weg. Kale ravijnen zijn er dan ook een kenmerkende aanblik en miljoenen Ethiopiërs balanceren op de rand van hongersnood. Toen Ato Ifru Kojna in 1993 aan zijn buurman vroeg of die hem niet een stukje land wilde geven aan de kop van zo'n ravijn bij hun dorp Katchema, vond de jongere man dat best, want er viel toch niets op te verbouwen.
Maar Ato Ifru ging met geduldige vastberadenheid aan het werk. Hij legde rijen dammetjes aan langs de helling van het ravijn en plantte op de zo ontstane terrassen bomen en struiken die hem door het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties werden verstrekt. In vier jaar tijd stampte hij zo een oase uit de grond. Toen zijn buren dat zagen namen zij een andere ravijn onder handen. Ze plantten er 140.000 bomen en struiken en veranderden barre grond in bos.
Water
Met de verandering van het landschap verbeterde de kwaliteit van het leven van de dorpelingen, die twintig jaar geleden onder het militaire regime van Mengistu Haile Mariam onder dwang waren overgeplaatst naar Katchema, 100 kilometer ten zuidoosten van de hoofdstad Addis Abeba. De inmiddels 80-jarige Ato Ifru noemt de verbetering spectaculair. "We hebben een wateropvanggebied gecreëerd en hoeven nu niet meer elke dag lange afstanden af te leggen om water te halen", zegt hij. "We hebben ook ruime hoeveelheden groente, fruit en pluimvee." De 200 huishoudens van Katchema beheren nu 62 hectare grond die hun per gezin 840 birr (250 gulden) extra inkomsten per jaar oplevert uit de verkoop van veevoeder en hout. Het gemiddelde inkomen in de regio ligt rond de 1.500 birr (450 gulden) per jaar.
Door hun extra verdiensten bij elkaar te leggen hebben de dorpsbewoners vorig jaar hun eerste school kunnen bouwen. Een molen en een kleine kliniek staan als volgende op hun verlanglijst.
Het dorpsproject staat onder bescherming van een campagne van het Wereldvoedselprogramma voor Ethiopië die wordt gefinancierd door de VS, Canada, Noorwegen en Ierland.
(AP) |