VOORBURG - Ruim een half miljoen werknemers in ons land verdient op jaarbasis meer dan een ton. Het overgrote deel van deze groep bestaat uit mannen met een voltijd baan die werkzaam zijn in het bedrijfsleven.
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Voorburg. Volgens het onderzoeksinstituut hadden eind vorig jaar 570.000 werknemers een baan met een jaarloon van minstens 100.000 gulden. Dat is ten opzichte van 1995 een verdubbeling.
Slechts 40.000 werknemers verdienden eind 2000 meer dan een ton in euro (ruim 220.000 gulden).
Opvallend is dat slechts weinig vrouwen deel uitmaken van de groep grootverdieners. Zo is maar tien procent van de werknemers met een loon van 100.000 gulden of meer vrouw en in de categorie boven de 100.000 euro is dit slechts vijf procent. Toch wordt 43 procent van de banen in Nederland door vrouwen bezet.
Volgens CBS-onderzoekers Han van den Berg en Job van der Zwan hangt de ondervertegenwoordiging van vrouwen samen met het feit dat het merendeel van de vrouwelijke arbeidskrachten een baan in deeltijd heeft. "Maar het aandeel van de vrouwen in de groep grootverdieners is toch wel aan het stijgen", vertelt Van der Zwan. "In 1995 was nog maar 6,4 procent van de werknemers, die meer dan een ton verdienden, vrouw. Nu is dat al meer dan tien procent."
Het best betaald worden werknemers in de sector delfstoffenwinning. Maar liefst 43 procent van de mensen, die hierin werkzaam zijn, verdient op jaarbasis meer dan een ton. Ook bij financiële instellingen en energie- en waterleidingbedrijven ontvangen relatief veel werknemers (meer dan twintig procent) honderdduizend gulden of meer.
Wie in de horeca, de landbouw en visserij een dergelijk salaris krijgt, behoort tot een zeer selecte groep.