KRIMPEN a/d LEK - Het nieuwe belastingstelsel heeft een streep gehaald door de fiscaal lucratieve regeling voor scheepvaart-cv's. De aftrekposten voor beleggers zijn verdwenen, maar de aanbieders laten zich niet uit het veld slaan. Ze werven met hetzelfde product, maar dit keer onder een andere, al enige jaren bestaande fiscale vlag. Die regeling is minder ruim, maar volgens de aanbieders voldoende om beleggingen in scheepvaart te kunnen laten concurreren met andere beleggingen.
Deelname in een commanditaire vennootschap (cv) die in schepen investeert, bood particuliere beleggers tot 2001 uitzicht op een zeer aantrekkelijk nettorendement. De fiscus sloeg de belegger als ondernemer aan, waardoor deze kon profiteren van allerlei aftrekposten. Staatssecretaris Vermeend haalde een streep door deze aftrekposten, waardoor de scheepvaart-cv zijn aantrekkingskracht op beleggers verloor. "Die krantenkoppen zijn veel mensen bijgebleven. Ik kan me voorstellen dat er weinig interesse is als je nu met zo'n cv komt", stelt John Mangindaan, financieel directeur van IHDA Shipbuilding Service. Zijn bedrijf doet echter precies dát met de introductie van de cv Upstream Marine Partners 2001.
Mangindaans uitleg: "De belastingdienst had nog iets in petto: het tonnagebelastingregime". Deze regeling is niet nieuw, maar bestaat al sinds 1996 en behelst een fictief rendement van circa 0,2% over de waarde van de participatie van een vennoot/belegger. Voorwaarde is wel dat de schepen voornamelijk vanuit Nederland worden beheerd. De overheid wil hiermee scheepvaartactiviteiten aan Nederland binden.
De financieel directeur rekent enthousiast voor: "Bij een participatie van 10.000 komt dat bij ons neer op een jaarlijks belastbare winst van slechts 20. Je kunt bijna zeggen dat je geen belasting betaalt." De fictieve winst wordt belast in box 1. De waarde van de participatie valt daarmee buiten box 3, waardoor de 1,2% van de vermogensrendementsheffing ook wordt ontweken.
Upstream Marine stelt beleggers een gemiddeld jaarlijks rendement van 14,5% (inclusief het 1,2%-voordeel) in het vooruitzicht. Dit moet worden verdiend met vrachtvervoer van 4 schepen en met de verkoop van deze vloot. De geplande looptijd van de cv is 11,5 jaar ingaand op 1 juli 2002. Beleggers kunnen hun geld ook eerder krijgen als de beherend vennoot de schepen voor die tijd gunstig weet te verkopen. In principe zijn ze hun geld echter voor een vrij lange periode kwijt. Tussendoor uitstappen kan, maar is vrij lastig.
Het bedrijf uit Krimpen aan de Lek is niet de eerste die de tonnageregeling gebruikt. MPC Capital claimt die eer. Algemeen directeur Jaap Wolters: "Toen wij in maart dit jaar begonnen, kregen we de reactie dat MPC kennelijk gewoon doorging oude producten te verkopen. Producten waarvan we waren vergeten dat het fiscale voordeel was afgeschaft. " MPC is daarom niet ontevreden dat er meerdere partijen op de markt komen. "Dat plaatst het weer als product op de markt."
Fiscaal voordeel is er nog steeds, maar de nieuwe generatie scheepsvaart-cv's zijn volgens Wolters niet echt een fiscaal gedreven product meer. "Vanaf 2001 zijn ze een beleggingsproduct als alle andere. Het is niet meer zo dat je met je belastingrestitutie je aandeel kunt betalen." De scheepvaart moet nu met die andere beleggingen concurreren, stelt de MPC-directeur.
Ook Mangindaan erkent dat de gouden tijden voor de scheepvaart-cv's voorbij zijn. "Dankzij de investeringsaftrek kreeg je direct circa 10.000 terug op een belegging van 25.000. Die tijden zijn voorbij."
Een woordvoerder van het ministerie van Financiën: "Ja, die regeling was wel erg riant en voldeed bovendien niet aan het doel. Het was een ondernemersfaciliteit die ook echt voor ondernemers was bedoeld. En niet om hoge fiscale rendementen voor beleggers te creëren." Schrappen dus.
Beleggers hoeven volgens de zegsman niet bang te zijn dat de tonnageregeling hetzelfde lot beschoren is. "Deze regeling bestond al in 1996. Niets nieuws dus."
Er werd volgens de woordvoerder echter weinig gebruik van gemaakt, omdat de inmiddels afgeschafte regeling meer voordeel bood. En het was een kwestie van kiezen, óf fictief rendement óf de aftrekposten.