door Teije Brandsma NAIROBI - Als optimisme van een bemiddelaar vrede zou kunnen brengen, dan was Burundi nu een veelbelovend land. In plaats daarvan bekijken de strijdende partijen elkaar na drie jaar onderhandelen onder leiding van de Zuid-Afrikaanse ex-president Nelson Mandela nog steeds met argwaan. Toch doen ze vanaf vandaag een poging samen het land te besturen.

|
Burundese politieagenten kijken toe hoe Zuid-Afrikaanse soldaten naar hun barakken opmarcheren. (Foto: AP)
|
Er zijn weinig conflicten waarbij een mogelijke oplossing zo duidelijk tot stand kwam via buitenlandse druk als in Burundi, het Midden-Afrikaanse land dat met zichzelf in oorlog is. De Tutsi-minderheid die het leger domineert en de economie bestuurt, bevecht sinds 1993 Hutu-groepen die vooral op het platteland opereren.
Vanaf 1 november gaan 19 facties van beide partijen een interim-regering vormen die drie jaar aan het bewind moet blijven. De eerste 18 maanden zal de huidige president Pierre Buyoya, een Tutsi, de leiding hebben. Daarna neemt een Hutu het over. Het zou de tweede keer zijn sinds Burundi's onafhankelijkheid dat een Hutu het land leidt.
Leden van de Hutu-oppositie kwamen de afgelopen dagen terug om zitting te nemen in deze overgangsregering. Ze worden beschermd door Zuid-Afrikaanse militairen. In totaal zullen er 700 militairen uit Zuid-Afrika vooral gaan werken als lijfwacht voor de teruggekeerde Hutu-politici.
Want Hutu's zijn bang te worden vermoord. Vijanden te over. Het leger heeft al gezegd het onzinnig te vinden dat een Zuid-Afrikaanse 'bezettingsmacht' burgers van Burundi beschermt. En de Hutu's zijn onderling verdeeld geraakt. Twee van de militair sterkste Hutu-groepen besloten, ondanks jaren onderhandelen, geen zitting te nemen in het interim-bestuur.
Dat zijn direct de zwakste punten van het vredesplan dat Mandela in juli aankondigde. De voornaamste Hutu-groepen, de FNL en de FDD, doen niet mee. En haviken binnen het Tutsi-leger zijn bang dat als de Hutu's een paar vingers krijgen, ze na 18 maanden de hele hand nemen. Anders gezegd: dat ze op dezelfde manier als de Hutu's in Rwanda in 1994 een massaslachting onder de Tutsi's zullen doorvoeren.
Na jaren onderhandelen concludeerde Mandela dat bepaalde facties meer geïnteresseerd zijn in oorlog dan in een plaats in een min of meer democratische structuur. Dus deed Mandela in juli in Pretoria het enige dat hem nog juist leek: met veel enthousiasme een definitief vredesplan presenteren. Het merendeel van de facties stond daar immers achter. Maar een aantal van de betrokken partijen stond er op de ceremonie wat bedremmeld bij; dit ging duidelijk niet van harte.
,,De toekomst van Burundi hangt af van de vraag of het de partijen lukt de macht te delen'', zegt Burundi-expert Jan van Eck uit Zuid-Afrika. Hij adviseerde de bemiddelaars. Als de leden van de overgangsregering erin slagen uit te stralen dat ze compromissen durven te sluiten, dan zal er een nieuw fundament van vertrouwen gelegd worden. En dat moet er voor zorgen dat de oorlog op het platteland langzaam doodbloedt. Dat is de hoop.