NEW YORK - Het laagste cijfer voor consumentenvertrouwen in bijna acht jaar in de VS drukte de aandelenkoersen gisteren in de min. Beleggers besloten in het zicht van dat laagterecord hun winsten - voor zover aanwezig - te nemen. De Dow Jones Industrial zakte 1,6% naar 9121,98. De Nasdaq Composite leverde 1,9% in op 1667,33.
De Conference Board, een onderzoeksinstituut van het Amerikaanse bedrijfsleven, maakte gisteren bekend dat zijn vertrouwensindex daalde van 97,0 in september tot 85,5 in oktober. Dat is het laagste peil sinds februari 1994. Al eerder was de index fors gedaald in nasleep van de terroristische aanslagen in New York en Washington.
Analisten hadden voor oktober gemiddeld een cijfer voorspeld van rond de 96. De schok werkte direct door in de Dow Jones die op slag 200 punten daalde.
Consumptieve uitgaven nemen in de VS ongeveer tweederde van de economie voor rekening. Een daling van die uitgaven zou wel eens een recessie kunnen oproepen, zo vrezen economen.
Die onzekerheid was gisteren ook bij beleggers op te merken. Van de 3314 verhandelde fondsen sloten er 2159 de dag met koersverlies af.
Een handelaar stelde dat de markten bovendien een betalingsstop op de Argentijnse buitenlandse schuld vrezen. "Dat zette de banken onder druk."
Op zich viel die schade mee. Bank of America daalde twee dollarkwartjes naar $59 en Citigroup leverde $0,80 in op $45,55. Hoe de situatie zich in Argentinië ontwikkelt is nog onzeker.
Philip Morris kreeg het erger voor de kiezen. Het bedrijf werd door Goldman Sachs van de kooplijst gehaald en zag de koers naar $47,70 dalen, een verlies van bijna $2.
Beter nieuws was er voor Procter & Gamble. Het bedrijf meldde lagere inkomsten, die echter beter waren dan analisten hadden voorspeld. De concurrent van Unilever bevestigde bovendien de eerdere verwachtingen voor 2002. Het aandeel sloot $2,90 hoger op $74,20.