De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
di 23 oktober 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
VS onder vuur
---
Kopen 
 Speurders 
Veilinghal 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   B U I T E N L A N D 
 
  Adrenaline beheerst
leven op USS Vinson

Van onze redactie

   
 

buitenland AMSTERDAM - Al drie weken vertrekken dagelijks tientallen gevechtsvliegtuigen vanaf de USS Carl Vinson in de Arabische Zee voor een missie boven Afghanistan. Het Amerikaanse vliegdekschip heeft 5.500 mensen aan boord en stuk voor stuk zijn ze trots deel te nemen aan de vergelding voor de terreuracties op hun land.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (426x282, 19kb)
Een F-14 Tomcat stijgt op van de USS Carl Vinson. (Foto: REUTERS)
De oorlog vergt het uiterste van de duizenden mannen en vrouwen. Slechts een paar uur slaap per dag en werken bij een hitte van over de veertig graden Celsius. Het ultramoderne, door kernenergie aangedreven vliegdekschip heeft niet overal airconditioning, waardoor sommige ruimte een ware sauna zijn. Het personeel aan boord waagt zijn leven waagt bij het wegschieten van de F-18 Hornets en F-14 Tomcats. Eén van hen is Jasmine. De twintigjarige vrouw, achternamen worden vanwege militaire regels niet gegeven, houdt van haar werk. "Het is fantastisch, ik wilde dit doen. Ik wilde op een vliegdek staan en de vliegtuigen zien vertrekken", aldus Jasmine die toegeeft dat het niet echt vrouwenwerk is. "Ik denk dat vrouwen te gevoelig zijn voor dit."

Het gevaarlijkste werk wordt uiteraard door de piloten gedaan. Dagelijks werpen ze hun, vaak van boodschappen voorziene bommen op het onherbergzame Afghanistan af. Het is echter niet het afweergeschut van de Taliban dat voor de heikele momenten zorgt, maar de landing op de thuisbasis, de USS Carl Vinson.

Afgepeigerd

De landingsbaan van het vliegdekschip is slechts 215 meter lang en 26 meter breed. Afgepeigerde piloten die er een missie van ruim zes uur boven Afghanistan op hebben zitten in een veel te krappe cockpit, moeten zich, met het bed in zicht, nog eenmaal optimaal concentreren. Het is donker. Er is geen horizon om de richting te bepalen en ze komen aanvliegen met een snelheid van zo'n 240 kilometer per uur. Daar komt bij dat de landingsbaan ook nog in beweging is. Bijna iedere nacht is er wel een piloot die zich verkijkt op de landing. Hij of zij moet dan het gaspedaal weer helemaal intrappen om op te stijgen voor een tweede poging, wat veel brandstof vergt.

"Wanneer iemand weinig brandstof heeft, krijgen we een zware nacht. Als hij dan niet aan boord kan komen, wordt het kritiek", zegt Ken, een navigator voor de S3-tanktoestellen. De S3's cirkelen rond de Carl Vinson om straaljagers met nagenoeg lege tanks van de laatste paar liter te voorzien voor de landing. "Ze kunnen geen kant op. Of ze landen of hun motor slaat af en belanden in het water. Dat is waarschijnlijk het belangrijkste werk wat we doen, het redden van iemand zonder brandstof."

Als de landing eenmaal wordt ingezet, moet het toestel achter een dikke kabel van ruim dertig meter lang blijven haken. Het is elke keer weer een spannend moment. Als de kabel scheurt, schiet het vliegtuig door de zee in. De mensen die de kabels bedienen kunnen daarbij omkomen. "Wij leven hier op adrenaline", zegt Ed. "Ik heb dingen gezien en gedaan waarvan anderen alleen maar kunnen dromen."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


di 23 oktober 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.