AMSTERDAM - Een onjuiste aanslag aan het adres van 300.000 Nederlanders bezorgt de belastingdienst een schadepost van naar schatting ruim 60 miljoen. De schade komt voort uit de kosten van belastingadviseurs die per klant een rekening 650 mogen indienen bij de fiscus.
Zelfs adviseurs die in eerste instantie een lagere rekening hadden ingestuurd, kunnen achteraf 650 incasseren. Dit blijkt uit een interne memo van de fiscus.
Verwarring
De fiscus zorgde in januari van dit jaar voor grote verwarring onder 300.000 belastingbetalers, toen er een veel te hoge voorlopige aanslag over 2001 op de deurmat viel.
Bij het opstellen van de aanslag was geen rekening gehouden met het dit jaar geldende nieuwe belastingstelsel. Hierdoor werden de betrokkenen voor enige honderden tot enkele tienduizenden guldens te veel aangeslagen.
Nadat de belastingdienst in de gaten kreeg dat er een fout was gemaakt, stuurden zij de gedupeerden een brief met een standaard bezwaarschrift. De belastingbetalers dienden vervolgens zelf te berekenen wat het juiste belastbaar inkomen had moeten zijn.
Ongeveer de helft van de betrokkenen wendde zich daarbij tot zijn belastingadviseur. De kosten van dit advieswerk konden zij claimen bij de belastingdienst, als veroorzaker van alle ellende.
Vergoeding
Om de afwikkeling van alle ingediende claims zo soepel mogelijk te laten verlopen, kwam het ministerie van Financiën met twee organisaties van belastingadviseurs (NOB en FB) een vergoeding van 650 overeen. Tot dat bedrag hoeft de adviseur geen specificatie te overleggen.
"De vermelding van het aantal uren verleende bijstand kan daarbij achterwege blijven", zo schrijft de top van de belastingdienst aan haar medewerkers.
Ook adviesbureaus die eerder een lagere rekening indienden, kunnen aanspraak maken op de 650. De directie van de belastingdienst geeft in het interne memo toe dat dit laatste wellicht wat vreemd overkomt: "Wij realiseren ons terdege dat het verbazing wekt wanneer in gevallen waarin aanvankelijk op basis van werkelijke kosten om een lagere vergoeding werd verzocht toch tot uitbetaling van een hoger bedrag moet worden overgegaan." Nog vreemder is dat deze vergoedingsregeling uitsluitend ten goede komt aan adviseurs die lid zijn van de NOB of FB.
Woedend
Bert Bongers, adjunct-directeur van het College van Belastingadviseurs (CB), reageert woest op de interne memo van de belastingdienst. Met name de passage waarin de vergoedingsregeling uitsluitend van toepassing wordt verklaard op NOB- en FB-adviseurs, schiet bij hem in het verkeerde keelgat.
"Het is onaanvaardbaar dat er op deze manier onderscheid wordt gemaakt. Dit is in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Het is veelzeggend dat deze afspraken door de belastingdienst stil worden gehouden", aldus Bongers.
Ook Henk de Haan, fiscaal-woordvoerder van het CDA is verbaasd over de afspraken die Financiën heeft gemaakt met een deel van de adviesbureaus. "Dat is mal. Zo'n regeling hoort voor iedereen van toepassing te zijn. Bovendien vrees ik voor de gevolgen voor de belastingbetalers die het zonder adviseur moeten stellen. Ik vraag me af of de fout in hun aanslag wel gecorrigeerd is."
Het Kamerlid zegt binnenkort minister Zalm (Financiën) om opheldering te vragen over de fout van de belastingdienst en de nasleep daarvan. "Het verbaast mij dat het departement deze zaak nog niet eerder aan de Kamer heeft toegelicht", aldus Haan. |