BRUSSEL - Het einde nadert met rasse schreden voor het Belgische spraaktechnologiebedrijf Lernout & Hauspie (L&H). Gistermiddag heeft de rechtbank in Gent het herstelplan van L&H verworpen, waardoor het bedrijf nu geen uitstel van betaling meer heeft en dus ook geen bescherming tegen zijn schuldeisers. Die kunnen hun vorderingen nu gaan opeisen. Een faillissement lijkt onafwendbaar.
De L&H-top kwam gisteravond in spoedberaad bijeen om zich te buigen over de nieuwe situatie. "Het management overweegt alle opties", aldus de woordvoerder van het spraaktechnologiebedrijf.
Op 21 september verlengde de rechter in Ieper nog het uitstel van betaling tot de zomer van volgend jaar. Daar werden echter bepaalde voorwaarden aan verbonden die L&H niet bevielen. Daarom ging het bedrijf in beroep bij de rechtbank in Gent. Die moet echter het hele dossier opnieuw bekijken en kwam tot het oordeel dat het herstelplan van L&H onvoldoende houvast biedt om het bedrijf nog langer surseance te verlenen en de schuldeisers in de wachtkamer te laten zitten.
De Gentse beroepsrechter meent dat, aangezien er nog steeds geen bindend bod op tafel ligt, er geen zekerheid is dat de kernactiviteiten van L&H zullen worden voortgezet. Bovendien heeft het bedrijf vorige week toegegeven dat er hooguit veertig tot vijftig banen kunnen worden gered, terwijl er in het herstelplan nog wordt gesproken van een kleine vierhonderd. Daarnaast vindt de rechter de kosten van de herstructurering te hoog en maakt het bedrijf nog steeds dagelijks zware verliezen.
L&H, het geesteskind van de ooit vereerde Vlaamse it-ondernemers Jo Lernout en Pol Hauspie, worstelt al meer dan een jaar met het noodlot. De als redder aangetrokken manager Philippe Bodson bleef tot het laatste moment werken aan een scenario, waarbij in elk geval de spraak- en taaltechnologie, de kern van L&H, kon worden behouden. In het huidige investeringsklimaat bleek dat echter een vrijwel ondoenlijke zaak.