KOPENHAGEN - Na weken van onderhandelen en touwtrekken heeft de traditiegetrouw in Noorwegen regerende Arbeiderspartij de handdoek in de ring gegooid. De Noorse sociaal-democraten werden daartoe gedwongen na een historische nederlaag bij de parlementsverkiezingen op 10 september.

|
Premier Stoltenberg. (Foto: REUTERS)
|
De sociaal-democratische premier Jens Stoltenberg zal nu plaats moeten maken voor een centrum-rechtse minderheidsregering, onder leiding van oud-priester Kjell Magne Bondevik van de Christelijke Volkspartij. Volgens de aftredende Stoltenberg heeft de regeringswisseling één positief aspect; hij kan de lunchpakketjes van zijn kinderen weer klaarmaken. De sociaal-democraat heeft er nooit een geheim van gemaakt dat een gezin en het premierschap niet eenvoudig te combineren zijn.
Volgens Noors gebruik kan een regering na de parlementsverkiezingen aanblijven, totdat ze door een meerderheid van het parlement gedwongen wordt om af te treden. De sociaal-democratische premier Jens Stoltenberg maakte hier maximaal gebruik van en weigerde, ondanks de enorme afstraffing bij de verkiezingen, om zich bij het resultaat neer te leggen. Maar met de steun van de rechts-populistische Vooruitgangspartij van Carl I. Hagen, die eerder deze week met veel machtsvertoon werd gegeven, kreeg de nieuwe minderheidsregering eindelijk groen licht.
De kersverse centrum-rechtse regering zal dan ook gedwongen worden om samen te werken met de Vooruitgangspartij van Carl I. Hagen, die het liefst vandaag nog de oliepot omkeert om bejaarden naar buitenlandse kuuroorden te sturen en nieuwe politiehelikopters aan te schaffen. De Noorse sociaal-democraten weigeren om het jaarlijks groeiende oliefonds (dat op dit moment 135 miljard gulden bevat) op grote schaal in de economie te pompen uit angst voor een oververhitte economie. Zij wijzen er bovendien op dat de oliedroom niet eeuwig kan voortduren en de Noren verantwoordelijkheid dragen voor toekomstige generaties. Deze bezorgdheid vindt echter niet veel weerklank meer bij een meerderheid van de Noren en kostte de eens zo machtige sociaal-democraten uiteindelijk de kop.
Een meerderheid van de Noren vindt dat de belastingen en btw-tarieven de pan uit zijn gerezen. Ook heerst er grote onvrede over lange wachtlijsten in de gezondheidszorg en de slechte staat van veel schoolgebouwen. De nieuwe regering heeft al aangekondigd ruim 7 miljard gulden voor belastingverlagingen uit te trekken. Bovendien zullen de hoge prijzen voor alcohol iets worden verlaagd; een belofte die de principiële Kjell Magne Bondevik heel wat grijze haren heeft gekost.