UTRECHT - Eén op de tien ernstig zieke patiënten die opgenomen moeten worden op een intensive care (IC), wordt in het ziekenhuis geweigerd omdat er geen plaats is. Vier procent wordt opgenomen terwijl er eigenlijk geen plaats is. Drie procent wordt te vroeg ontslagen om ruimte te maken voor een andere patiënt.
Dat concludeert prof.dr. A. Schrijvers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht. Hij heeft verleden jaar samen met drie collega's vier maanden lang in achttien ziekenhuizen met meer dan 500 bedden bijgehouden hoe vaak capaciteitsproblemen voorkwamen op de IC.
Bij in totaal 17 procent van de in totaal 6.341 patiënten deden zich problemen voor. Bij tien procent (618 mensen) werd opname geweigerd. De meesten (596) konden in tweede instantie elders worden opgenomen. De overige 22 werden twee keer of vaker geweigerd. 266 patiënten werden opgenomen na improvisatie op de IC en 167 patiënten werden eerder ontslagen om plaats te maken voor een zwaarder geval.
Schrijvers die het onderzoek uitvoerde in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, noemt de situatie zorgelijk. "Patiënten die niet of te laat intensieve zorg krijgen, of te vroeg worden ontslagen hebben een grotere kans op meer schade of zelfs op overlijden", aldus de Utrechtse hoogleraar.
Van de 618 geweigerden zijn er zes overleden, aldus Schrijvers. Maar een verband tussen hun overlijden en de weigering kan niet worden aangegeven.