AMERSFOORT - Het besef is ook tot de tennisbond (KNLTB) doorgedrongen, dat alleen samenwerking kan leiden tot nieuwe tennistoppers. Twee jaar geleden gaven Hans Felius en Michiel Schapers een eerste aanzet om voor de opvolging van Richard Krajicek, Brenda Schultz en hun generatiegenoten te zorgen. Toen al merkte Felius, tegenwoordig technisch directeur, op, dat, met alle respect voor bij voorbeeld Sjeng Schalken of Miriam Oremans, de magere jaren waren aangebroken en dat de opvolging op zich zou laten wachten. Gisteren kon de geboren en getogen Zeeuw constateren, dat in de jongste categorieën grote stappen voorwaarts zijn gemaakt, maar dat de gapende kloof voorlopig nog niet zal worden gedicht.
Toch verdienen de inspanningen van de tennisbond om het toptennisklimaat in eigen gelederen en daarbuiten te optimaliseren lof. Eindelijk heeft men ingezien, dat de banden met de privé-tennisscholen, zoals die van Henk van Hulst en Ad Luttikhuis, moeten worden aangehaald in plaats van verbroken. Felius: "Wij beseffen terdege, dat de Jong-Oranjeopleiding niet zaligmakend is. Daarom hebben we ook ruimte gegeven aan privé-trajecten. Stephanie Herz (een elfjarig supertalent, red.) is daar het voorbeeld van. Acht maanden per jaar traint zij bij Nick Bollettieri in Florida en vier maanden traint ze centraal in Almere met de andere kinderen mee. Daarnaast is ook een laatbloeierstraject opgestart. In samenwerking met de privé-scholen wordt voor spelers als Jasper Smit en Anouschka van Exel naar een gezamenlijke route gezocht. Vroeger waren zij tussen wal en schip geraakt."
Felius en zijn ploeg, die bestaat uit Tjerk Bogtstra (Daviscup, Fedcup en coördinator privé-projecten), Michiel Schapers (Jong Oranje), Annemiek de Jong (jeugdopleiding), Coert Beek (manager internationale evenementen) en Frank van Fraaijenhoven (beroepsopleidingen), hebben bewust gekozen voor een planmatige aanpak, waarbij kinderen op zeer jeugdige leeftijd al buitenlandse ervaring opdoen. Ook uitbreiding van het aantal internationale toernooien in eigen land, op elk leeftijdsniveau, maakt onderdeel uit van het beleidsplan. Voor 2002 staan liefst 22 evenementen op de kalender. De huidige groep kinderen van dertien tot vijftien jaar moet binnen nu en een jaar of vijf aansluiting hebben gevonden bij de mondiale top-honderd. Dat is het streven en dat dient te gebeuren in samenwerking met de professionele tennisacademies in Nederland.
Daarnaast hebben meerdere toptennissers van de generatie die op zijn laatste benen loopt, te kennen gegeven na hun actieve loopbaan betrokken te willen blijven bij de tennissport. Bogtstra: "Ik weet van Jan Siemerink, dat hij straks graag iets wil betekenen voor het Nederlandse tennis. Hetzelfde geldt voor Paul Haarhuis, die komend jaar al gaat meedraaien bij de begeleiding van de landenploegen. Maar aan hun inzetbaarheid hangt ook een prijskaartje."
De tennisbond wil sponsors interesseren om juist het topsportgedeelte financieel te ondersteunen.