DEN HAAG - De onderhandelingen in de Sociaal-Economische Raad (SER) over een nieuw wao-bestel zijn in een 'dip' beland. Grootste probleem is de hoogte van het loon dat werknemers moeten krijgen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt raken en in dienst van hun baas blijven.
De patstelling is mede ontstaan door een juridische toets die de SER heeft uitgevoerd naar een financiële regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Volgens enkele kroonleden is een belangrijke wens van de vakbeweging een wettelijk recht voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten om minimaal 70% van hun loon te blijven verdienen juridisch zeer moeilijk houdbaar.
Een dergelijk recht zou volgens de bewuste kroonleden in strijd zijn met twee verdragen van de ILO, de internationale organisatie voor arbeidsvraagstukken. De ILO-verdragen 87 en 98 garanderen enerzijds vakbondsvrijheid en anderzijds onderhandelings- en contractvrijheid in cao's. Dit houdt in dat de overheid niet bij wet mag vastleggen wat in cao's wordt afgesproken, behoudens in extreme situaties zoals oorlogen en rampen.
De vakbeweging wil toch de garantie dat gedeeltelijk arbeidsongeschikten een redelijk hoog inkomen houden. Aan cao-onderhandelingen willen de vakcentrales dat niet overlaten. Zij zijn bang dat de werkgevers dan de hakken in het zand zetten.
De meest kansrijke optie om aan de eis van de vakbeweging tegemoet te komen, is volgens enkele kroonleden een combinatie van een wettelijke verzekeringsplicht voor individuele werkgevers met een wettelijke acceptatieplicht voor verzekeraars. Werkgevers zouden zich dan op de particuliere markt moeten verzekeren tegen het arbeidsongeschiktheidsrisicovan hun personeel.
In zo'n verzekering kan bijvoorbeeld worden vastgelegd dat werknemers voor het gedeelte dat zij arbeidsongeschikt worden verklaard, 70 of 60% van hun loon blijven ontvangen. Dit gedeelte wordt dan voor een bepaalde periode betaald door de verzekeraar, die tevens zorg draagt voor de reïntegratie. Voor het gedeelte dat de werknemer arbeidsgeschikt is en blijft, draait de werkgever in deze optiek zelf voor het loon op.
Om te voorkomen dat branches of bedrijven met een hoog arbeidsongeschiktheidsrisico worden gediscrimineerd, dienen verzekeraars in dat geval bij wet een acceptatieplicht te krijgen. Dit betekent dat in principe alle ondernemingen, ongeacht hun omvang of risicoprofiel, zich voor de wao-risico's van hun personeel kunnen verzekeren.
|
HERMAN WIJFFELS...druk achter de schermen...
|
Tegen dit model verzetten de werkgevers in de SER zich in het informele overleg, dat plaats vindt onder leiding van SER-voorzitter Herman Wijffels. Dit informele overleg is enkele weken geleden ingezet om op hoofdlijnen een principe-akkoord te bereiken, waarna de details zouden worden ingevuld door de officiële SER-commissie die zich over het nieuwe wao-bestel moet buigen.
De werkgevers vinden dat zij veel te veel op hun bordje krijgen geschoven in het model dat enkele kroonleden voor ogen hebben. Verder ligt er, na het juridische onderzoek, nog een waslijst aan technische punten waardoor sommige SER-leden door de bomen het bos niet meer zien.
Al met al is het informele overleg in de SER op een laag pitje gezet. Pas eind oktober wordt er weer informeel vergaderd. Komt er dan zicht op overeenstemming, dan moet nog de officiële SER-commissie in november bij elkaar komen. Het is hierdoor zeer de vraag geworden of de plenaire SER-vergadering in november knopen kan doorhakken en advies aan het kabinet kan uitbrengen.