LISSABON - De gebarentaal zei meer dan duizend woorden. Met een gezicht waar de ontgoocheling vanaf droop, hield Erik Dekker zijn handen een meter van mekaar. Zo ver, zo begrepen zijn omstanders, was hij nog verwijderd van de wereldtitel toen drie nog rappere mannen hem voorbijvlogen en hij genoegen moest nemen met de ondankbare vierde plaats.
|
Erik Dekker (Foto: Cor Vos)
|
In het kamp van de Italianen maakten de grote kampioenen Gimondi, Moser en Bugno het gebaar dat doorgaans alleen in maffiafilms valt te bewonderen en dat overeenkomt met de kogel of een enkele reis naar de bodem van een rivier. De drie grootheden uit de rijke geschiedenis van 'Il grande cyclismo' hadden geen goed woord over voor het verraad van Paolo Lanfranchi, die in de meeslepende finale zijn landgenoot Gilberto Simoni op de korrel had genomen. De ploeggenoot van de latere wereldkampioen Oscar Freire veinsde onschuld, maar werd door niemand geloofd. Lanfranchi: "Ik wist niet dat Simoni voorop was." De drie oud-wereldkampioenen knipperden met hun ogen en riepen in koor: "Dit is een grof schandaal." Het zoveelste na afloop van een verloren titelgevecht.
Al negen jaar wachten de Italianen op de opvolger van Gianni Bugno. In het onvoorspelbare wedstrijdverloop op het WK in Lissabon waren de mannen van de kersverse bondscoach Franco Ballerini opnieuw de grote verliezers. Door de zwaarte van het parcours en door de angst om de eigen motor op te blazen, bleef de koers te lang op slot. Pas met nog drie ronden van twaalf kilometer te gaan, stak Ullrich het dynamiet in zijn geweldige benen aan. Het Duitse natuurgeweld was echter ook niet afdoende om de beslissing te forceren. Steeds meer werd het duidelijk dat rappe mannen als Zabel, Freire en Bettini op een glansrol afstevenden.
|
De Spanjaard Oscar Freire juicht. (Foto: Cor Vos)
|
Totdat Gilberto Simoni profiteerde van een korte wapenstilstand. De winnaar van de Giro d'Italia kwam als eerste op de top van de laatste klim. In plaats van een counterende 'Squadra Azzurri' koos zijn kamergenoot Lanfranchi voor lucratieve hand- en spandiensten ten faveure van zijn Mapei-ploeggenoot Oscar Freire. Niemand zal ooit weten of de korte achtervolging de weerstand van Simoni brak. In ieder geval kreeg Lanfranchi dit keer het boetekleed aangemeten en de rol van landverrader opgedrongen.
In het Nederlandse kamp zijn dergelijke achterkamerpraktijken zo goed als uitgesloten. Op het WK in Portugal baadde bondscoach Knetemann in de weldadige luxe van twee kopmannen, die er te snel alleen voor stonden. Boogerd en Dekker vielen een paar keer aan, maar misten ook de macht die nodig was om de veel te grote kopgroep in de vernieling te rijden. "Met nog dertig kilometer te gaan, hadden wij nog drie man in koers. Tegen zeven Spanjaarden en acht Italianen voorin is dat verre van riant. Toch hebben wij in de laatste anderhalve kilometer twee kansen gecreëerd en werd Dekker nog bijna wereldkampioen. Dan heb je het niet slecht gedaan."
Dankzij het nodige fortuin kreeg Dekker in de sprint van de 45 (!) man sterke kopgroep alsnog uitzicht op een wereldstunt. Voor hem reed een onbekende Pool, die het op zijn heupen kreeg. Dekker: "Met Zabel, die knap terugkwam na een lekke band en Freire voorin was ik ervan overtuigd dat ik niet meer kon winnen. De grote jongens dachten er overigens net zo over. Ik zat links in de groep. Opeens accelereerde die Pool en kon ik mee. Ik ging van 250 meter, want anders zou ik ingesloten raken. Plotseling dook de streep op. Ik kon mijn ogen niet geloven, dacht dat ik droomde. Op een meter van de meet was het sprookje uit. Toen vlogen drie man er langs."
In het bewolkte Lissabon veroverde de door blessureleed geteisterde Oscar Freire zijn tweede wereldtitel in drie jaar. Van alle favorieten wachtte hij het langst. Precies lang genoeg om de opvolger van de dit seizoen volslagen onzichtbare Romans Vainsteins te worden. Dolgelukkig kwam Freire in Lissabon woorden tekort om zijn geluk te omschrijven. In de Portugese hoofdstad sprak hij eindelijk weer de taal, waarmee hij zijn concurrenten kon laten zwijgen.