AMSTERDAM - De adviescommissie die voor beursorganisatie Euronext Amsterdam beoordeelt of een onderneming het Fondsenreglement heeft overtreden, wil de notering van bedrijven die koersgevoelige informatie niet tijdig en aan een breed publiek bekend hebben gemaakt, voorwaardelijk kunnen doorhalen. Dat zegt de voorzitter van de adviescommissie, Cor Herkströter, in een vraaggesprek met deze krant.
Herkströter reageert daarmee op kritiek van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB). Die bepleitte vorige week bij monde van directeur Peter Paul de Vries aanvullende sanctiemogelijkheden om overtreders van het Fondsenreglement te kunnen straffen. Nu kan een bedrijf waarvan de commissie Herkströter een overtreding constateert alleen een openbare berisping krijgen. Het uit de notering halen van een fonds is de enige andere maatregel die 'de beurs' kan nemen, maar die sanctie is zó zwaar, dat ze nog nooit is opgelegd.
De VEB is voorstander van aanvullende strafmaatregelen als boetes, het al dan niet tijdelijk opschorten van de notering en de plaatsing van een fonds op het strafbankje. Als beursgenoteerd Nederland namelijk weet dat de enige straf die men echt riskeert een berisping is, dan zal het zich daar weinig van aantrekken, is de veronderstelling van De Vries.
Herkströter erkent dat het gat tussen een berisping en het uit notering halen van een fonds erg groot is. Volgens hem zou dan ook een aanvullende strafmaatregel mogelijk moeten worden die nadrukkelijk aangeeft dat een bedrijf iets ernstigs heeft gedaan, zonder dat dat ernstig genoeg is om de notering door te halen. "Een voorwaardelijke straf die bij herhaling van de overtreding wordt omgezet in een definitieve", aldus Herkströter. "Op het moment zijn we daarover met verschillende partijen in gesprek." Het opleggen van boetes ziet de commissievoorzitter niet zitten. "Stel je legt bij een overtreding een boete op van 50.000. Een bedrijf van enige omvang wordt daar echt niet warm of koud van."
Beursorganisatie Euronext Amsterdam ziet niets in aanvullende sanctiemogelijkheden. Van een boete slapen beursgenoteerde bedrijven geen nacht slechter, zei beursbestuurder George Möller eind vorige week al in een reactie op de kritiek van VEB. Met het opschorten van de notering is de belegger daarnaast niet gediend, meent Möller. "Die zou dan in de situatie terecht kunnen komen dat hij zijn aandelen niet kan verkopen, omdat in een fonds tijdelijk niet gehandeld wordt."
Van een voorwaardelijke schorsing gaat volgens Möller verder geen enkele aanvullende preventieve werking uit. Want: "Wat gebeurt er nu met een bedrijf dat vier keer op de vingers wordt getikt door de commissie Herkströter? Die ziet de koers van zijn aandeel kelderen, omdat beleggers het vertrouwen in de onderneming verliezen." De preventieve werking daarvan is veel groter dan die van een voorwaardelijke schorsing, meent Möller.
Het bedrijf publiekelijk straffen, door de overtreding van het Fondsenreglement openbaar te maken, blijft de beste straf, aldus de beursbestuurder. Zo'n berisping kan door gedupeerde beleggers vervolgens worden gebruikt om verhaal te halen bij een rechter. Die mogelijkheid stipt ook Herkströter aan. "Ik kan me deels wel in de kritiek van De Vries vinden, maar hij ziet één ding over het hoofd", merkt de oud-Shell-topman op. "Het staat iedereen, die denkt benadeeld te zijn, vrij om naar de rechter te stappen om aanvullende straffen af te dwingen." Los daarvan, valt Herkströter Möller bij, vindt geen enkele onderneming het leuk om met naam en toenaam als overtreder in de krant te komen.
Op de twee jaar die de commissie Herkströter nu actief is, kijkt de voorzitter met tevredenheid terug. Ook beursbestuurder Möller vindt dat "de groep van wijze mannen" goed functioneert. Hoe onafhankelijk de commissie is, met een voorzitter die hier en daar ook commissaris is? "De commissie werkt met kamers, bestaande uit vier tot vijf leden per keer", legt Möller uit. "De onafhankelijkheid van de leden wordt vooraf getoetst. Het commissielid zelf kan bij een belangenconflict terugtreden, de voorzitter kan vragen of hij dat doet en het te beoordelen bedrijf zelf kan ook kanttekeningen plaatsen."
"U vraagt of de commissie niet beter onder de Stichting Toezicht Effectenverkeer kan vallen?" stelt Herkströter nog. "Natuurlijk is daar al vaak over gesproken, maar dat is aan de wetgever."