HELENAVEEN - Jarno Janssen hoopte op een seizoenafsluiting om nooit te vergeten en werd op zijn wenken bediend: zijn arm in een mitella (gescheurd schouderkapsel), zijn been omhoog (gebroken middenvoetsbeentje) en desondanks een tevreden glimlach op zijn lippen. Het EK-seizoen kan voor Janssen niet meer kapot, ondanks de zware schuiver tijdens de afsluitende race in het Spaanse Cartagena. "Ach, dat is het risico van mij vak. Of, beter, van mijn hobby, want tot dusverre is wegracen voor mij een hobby geweest. Nu hoop ik er daadwerkelijk mijn beroep van te kunnen maken."

|
Jarno Janssen
|
Het liep in het slotweekeinde allemaal dus net even anders dan de Nederlandse Honda-coureur in zijn mooiste dromen al enkel malen had beleefd. Als koploper in de strijd om het Europees 250cc-kampioenschap begon hij aan de laatste race van het seizoen, waarin hij zich op voorhand een plaats bij de top-drie ten doel had gesteld. "Het bereiken van dat doel leek dus geen probleem, totdat zondag twee ronden voor de finish ineens mijn achterwiel wegbrak. Daar lag ik dan, uitgeschakeld voor de zege en tot overmaat van ramp ook nog eens op het nippertje uit de top-3 van de EK-eindstand geknikkerd."
Welgeteld één puntje kwam Janssen te kort voor het belangrijkste erepodium van het seizoen. Terwijl zijn 250cc-collega's Garcia (Europees kampioen), Coates (2e) en Oliver Bulto zich lieten huldigen, likte Janssen in de ambulance op weg naar een Spaans ziekenhuis zijn wonden. Inmiddels heeft de pijn plaats gemaakt voor realisme en strijdlust. "De titel had er niet meer ingezeten, daarvoor was de kopgroep te ver weggereden; ik had waarschijnlijk genoegen moeten nemen met een tweede plaats in de EK-eindstand. Maar ik heb gedurende het seizoen, waarin ik iedere race vooraan meestreed, wel aangetoond dat ik klaar ben voor de strijd op het hoogste plan."
Met dat hoogste plan doelt de deze week 26 jaar geworden Honda-coureur uit het Sent Waninge/De Graaf Contracting-team op de Grands Prix, de elite van de wegrace waaraan hij in het seizoen 2000 al een jaartje heeft mogen ruiken. Onder de vleugels van het GP-team van Arie Molenaar ontdekte Janssen echter nog niet 'rijp' te zijn voor de WK-strijd en deed dit seizoen wijselijk een stapje terug. "Het is een zwaar jaar geweest, mede doordat er meerdere ex-GP-coureurs in het EK uitkwamen. Dankzij de inzet van de mensen om mij heen, die me het hele jaar enorm hebben gestimuleerd, hebben we er als team uitgehaald wat erin zat. Meer kan ik niet van mezelf of mijn teamleden eisen."
Rest de vraag of Janssen gedurende de race-loze winterperiode de stap naar 'het echte werk' in de GP's kan maken. Janssen: "Natuurlijk wil ik dolgraag weer in de GP's gaan rijden, dat is het hoogst haalbare in de wegrace; de ultieme wens van iedere coureur. Uiteindelijk waren de GP's het doel dat ik voor ogen had toen ik een stapje terug deed naar de EK-strijd. Motorracen is voor mij tot nu toe een uit de hand gelopen hobby geweest, maar ik wil er dolgraag mijn beroep van maken. En dan ben je, zeker als Nederlander, eigenlijk aangewezen op de Grands Prix."
Of Janssen komend seizoen inderdaad in het GP-circus terugkeert, hangt niet alleen van zijn eigen enthousiasme en dat van een gastvrij (Nederlands) team af. Teammanager Arie Molenaar verschijnt in 2002 in ieder geval met de Japanner Aoki aan de start in de 250cc-klasse en zou Janssen graag als tweede coureur aan zijn GP-team toevoegen. "Ik ga er vanuit dat ik een tweede startplaats krijg, maar weet niet of ik zelf mag kiezen aan welke coureur ik die startplaats beschikbaar stel", aldus Molenaar. "Het kan ook zo zijn dat de overkopelende organisatie Dorna mij een tweede startplaats geeft en zelf een coureur aanwijst die ik in mijn team moet opnemen. Maar Jarno heeft dit seizoen laten zien dat hij een GP-plaats waard is, dus ik zou graag voor een tweede keer met hem in zee gaan."
Janssen zelf houdt zich wijselijk op de vlakte: "Op het ogenblik is het een beetje koffiedik kijken, nu er binnen de GP-wereld van alles verandert", aldus de Brabander. "Het is simpelweg afwachten of er in de 250cc-klasse een plaatsje overblijft voor een nieuwkomer. Uitwijken naar een andere klasse zie ik in ieder geval niet zitten. Mijn hart, en dus mijn toekomst, ligt bij de kwartliters. Dat is echt mijn klasse.