LONDEN - Olieproducerende multinationals en internationale autoproducenten vinden dat er deze eeuw minder benzine en auto's moeten worden geproduceerd om duurzame mobiliteit in de wereld te bevorderen.
Het lijkt een tegenstelling, maar volgens voorzitter Philip Watts van Royal Dutch/Shell's groep raad van directeuren is dit standpunt onvermijdelijk om milieuproblemen en het vastlopen van economieën tegen te gaan. "Ook wij maken ons zorgen om de toekomst en denken uit eigenbelang continu mee aan oplossingen", aldus Watts.
De opmerkelijke aanbeveling tot reductie van benzine en auto's doet de World Business Council voor duurzame ontwikkeling in haar gisteren in het Shell Centre van Londen geopenbaarde rapport Mobiliteit 2001. Leden van deze groep zijn onder meer de internationale bedrijven BP, DaimlerChrysler, Ford, General Motors, Honda, Michelin, Norsk Hydro, Renault, Shell, Toyota en Volkswagen.
Zij komen tot de conclusie dat de transportsystemen in de wereld niet voldoen en dienen te veranderen. Anders loopt de wereld vast, stellen de onderzoekers van het rapport, het befaamde Massachusetts Instituut voor Technologie (MIT) en Charles Rivers Associates. Zij verwachten met het toenemen der jaren in veel landen met name ontwikkelingslanden verdere verslechteringen in verkeersopstoppingen, infrastructuur, lawaai, ongelukken en vervuiling.
Zeker als meer mensen in ontwikkelingslanden toegang krijgen tot het bezit van auto's, dreigt de situatie uit de hand te lopen. Zo blijkt volgens het rapport dat 96% van het transport in de wereld afhankelijk is van benzine. Uitstoot van benzinegassen die bijdraagt bij aan verwarming van de aarde, neemt in alle landen toe. Rond 2015 zal de uitstoot van koolstof als gevolg van transport in ontwikkelde landen gelijk zijn met die van ontwikkelingslanden. "Dat is een zorgelijke situatie waar wij als producenten wat aan moeten doen", aldus Watts.
Hij ziet in de toename van het luchtverkeer een nog grotere bedreiging voor het milieu omdat deze verantwoordelijk is voor 8 tot 12% van de uitstoot van koolstofemissies. Maar omdat deze uitstoot op grote hoogte plaatsvindt, is de schadelijkheid ervan voor globale verwarming twee keer zo groot.
Hoewel auto's, vrachtwagens, treinen en vliegtuigen efficiënter, schoner, veiliger en meer te recyclen zijn, worden deze maatregelen tenietgedaan door gebrek aan onderhoud, veranderingen van lichte naar zware vrachtwagens en meer verkeer. Volgens het rapport dienen schone dieselbenzine en elektrische/energiezuinige voertuigen de traditionele benzine te vervangen. Door veroudering van de bevolking in Japan, Europa en de VS zal de twee komende decennia de vervoersbehoefte zodanig toenemen dat het autopark dit niet aankan.
De auto- en olie-industrie beveelt als oplossing onder andere meer investeringen in hogesnelheidstreinen aan. Nu is het passagiersaandeel in Japan daarvan 4% en in Europa 1%. Watts wijst erop dat transportsystemen veel meer dan nu een economische rol moeten spelen. Een andere aanbeveling is het concept van openbaar vervoer opnieuw te beschrijven door het toegankelijker te maken voor autobezitters en niet-autobezitters. Benzine met koolstof-uitstoot moet worden uitgeband. "Het zijn enorme uitdagingen, maar de grootste is wereldwijd hierover consensus te krijgen. Structuren zullen moeten veranderen. Het bedrijfsleven zal dit moeten financieren en een werkbare strategie zien te vinden. Wij zijn een deel van de oplossing. In onze samenwerking laten wij onze verbondenheid zien, want onze commerciële toekomst hangt ervan af", aldus Watts.
![[terug]](/krant/logos/terug.omlaag.gif){kind=small}