TEL AVIV - Israël is in een woordenstrijd verwikkeld met de Verenigde Staten, maar in het gevecht met de Palestijnen worden echte kogels wordt gebruikt alsof er geen terroristische aanslagen in Amerika zijn gepleegd en nooit sprake is geweest van een bestand met de Palestijnen.
De opmerkingen van de Israëlische premier Ariel Sjaron eerder deze week dat "Washington niet moet proberen de Arabische staten voor zich te winnen ten koste van Israël", zijn totaal verkeerd gevallen bij de Amerikaanse president George W. Bush. Hetzelfde gold voor de vergelijking die Sjaron trok met de situatie aan het begin van de Tweede Wereldoorlog, toen het Westen niets deed om de Duitse invasie in Tsjechoslowakije tegen te gaan in de hoop erger te voorkomen.
"De woorden van Sjaron zijn volgens Bush onacceptabel", zei de Amerikaanse woordvoerder Ari Fleischer gisteren. Hij voegde eraan toe dat Israël "geen sterkere noch een trouwere bondgenoot heeft dan de VS". De Amerikaanse ambassade in Tel Aviv heeft het ongenoegen van de wereldmacht aan Sjaron overgebracht.
Na de drama's in de VS kwam naar buiten dat Bush de Palestijnen een eigen staat gunt, mits ze Israël erkennen; Amerika probeert een brede coalitie te vormen tegen Bin Laden, waarin mogelijk ook plaats is voor landen als Syrië en Iran. Beide zijn aartsvijanden van Israël.
Beteugelen
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, waarschuwde de Palestijnse leider Jasser Arafat gisteren telefonisch dat de huidige Amerikaanse politiek tegenover de Palestijnen kan veranderen als Arafat het geweld tegen Israël niet weet te beteugelen.
Het Israëlische leger nam gisteren met helikopters en tanks een heuvel in bij de verdeelde stad Hebron. Bij de actie vonden vijf Palestijnen de dood en raakten er 17 gewond. Sinds het 'bestand' zijn intrede deed op 26 september, zijn er 34 Palestijnen gedood. De inname van de heuvel is een lang geuite wens van de 400 kolonisten die in het stadscentrum wonen en zeggen onder Palestijns vuur te liggen. Er leven 120.000 Palestijnen in Hebron.
Het leger zegt dat de bezetting van het Palestijnse gebied tijdelijk is, "tot de kalmte is teruggekeerd". Het offensief was een reactie op twee dagen van beschietingen op joden die het Sukkot-feest vierden. Een aantal Palestijnse huizen werd met de grond gelijk gemaakt. Volgens het leger zou vanuit de woningen zijn geschoten. De Palestijnen zeggen dat het om een schoolgebouw gaat waar alleen werd lesgegeven.
Bij een ander incident nabij Tulkarem werd een Israëliër doodgeschoten bij de zogenaamde groene lijn, de grens van 1967. De man stond naast zijn auto toen hij werd beschoten vanuit een rijdende auto. Een omstander raakte gewond.
In Ramallah werden twee joodse kolonisten door het Israëlische leger uit een benarde situatie gered nadat ze per ongeluk in de Palestijnse stad Ramallah waren beland. Het tweetal was, nadat de vergissing was bemerkt, een huis ingerend en kon zich daar verdedigen tot het leger kwam opdagen met tanks en pantservoertuigen. |