ISLAMABAD - Opnieuw heeft Pakistan een zware delegatie naar Afghanistan gestuurd, om het Taliban-bewind te bewegen tot uitlevering van Osama bin Laden. Maar gesprekken gisteren in Kandahar, waarbij de hoogste geestelijk leider van de Taliban, Mollah Mohammed Omar, aanwezig was, lijken weinig te hebben opgeleverd.
Het Afghaanse persbureau Bachtar volstond met de mededeling dat was "gesproken over de situatie". Namens de Pakistaanse delegatie van geestelijken en de machtige chef van de inlichtingendienst, generaal Mahmoed Ahmed, werd gezegd dat "wij niet gekomen zijn om over Bin Laden te praten, maar over de crisis".
Uit de hoofdstad Kaboel kwamen tegengestelde signalen. In de moskeeën werd inderdaad opgeroepen tot het vertrek van Bin Laden, zoals vorige week al was gedaan door de hoge raad (Sjoera) van Afghaanse geestelijken. Tegelijkertijd werd echter gedreigd met oorlog, als de Amerikanen geweld zouden gebruiken om Bin Laden te vangen of uit te schakelen.
Gisteren werd ook bekendgemaakt dat het proces tegen acht buitenlandse hulpverleners, die ervan beschuldigd worden het christendom te hebben gepropageerd, vandaag hervat wordt.
In de Pakistaanse grensstad Peshawar kwamen gisteren de eerste vliegtuigladingen van het VN-Voedselprogramma aan met noodvoorraden voor de Afghaanse vluchtelingen. Diezelfde dag liepen in Peshawar en in Islamabad duizenden mensen mee in betogingen tegen de VS en werd Bin Laden geprezen als "onze held".
In New York maakte burgemeester Rudy Giuliani gisteren bekend dat het aantal vermisten in de WTC-ramp gedaald is van 6400 naar 5960. Er zijn 305 doden geborgen.
Met instemming van de VS heeft de Veiligheidsraad van de VN vijf jaar oude sancties tegen Soedan opgeheven, omdat dat land meedoet in de coalitie tegen terrorisme. (AP/Reuters)