ARNHEM - Voor wie het tussen de dagelijkse beslommeringen des levens even was ontgaan: bij de laatste drie Grands Prix motorcross van het seizoen ging een Nederlandse coureur twee keer als eerste en een keer als tweede over de finish. Erik Eggens, afgelopen zondag winnaar van de Oostenrijkse GP, bekroonde het tot nu toe beste crossjaar uit zijn carrière met een derde plaats in de WK-eindstand en wil in de laatste weken van het seizoen voor een gepast slotakkoord zorgen. Te beginnen komend weekeinde, wanneer hij samen met Mark de Reuver en Willie van Wessel de kleuren van Nederland verdedigt tijdens de Grand Prix des Nations, ook wel het wereldkampioenschap voor landenteams genoemd.
|
Erik Eggens
|
De ster van Eggens is in 2001 hard gestegen. Waar hij op nationaal niveau al jaren de lakens uitdeelde in de 125cc-klasse Eggens werd onder meer vier keer Nederlands kampioen ging het onder de vleugels van het Champ/KTM-team dit jaar ook over de grenzen op rolletjes. En dus kon de keuzecommissie bij het vormen van het Nederlandse 'nations-team' niet meer om de naam Egeens heen. In tegenstelling tot voorgaande jaren, toen Eggens tot zijn eigen verbazing nog wel eens genegeerd werd. "Dit wordt, na 1996, pas mijn tweede optreden in het landenteam", aldus de ..-jarige coureur. "Vooral vorig jaar zat het me flink dwars dat ik niet werd geselecteerd, ik was de beste Nederlander in de 125cc-klasse. Maar blijkbaar heeft een eventuele uitverkiezing niet alleen maar met je prestaties te maken."
Dit jaar kon niemand heen om de beste Nederlandse motorcrosser van dit moment, die niet geheel ten onrechte een 'eisenpakket' op tafel legde. "John (Van den Berk, de Nederlandse teamcaptain, red.) wilde graag dat ik op een 250cc-motor zou rijden, maar daar had ik echt geen zin in. 'Ik rij in de 125cc-klasse of ik rij helemaal niet' heb ik gezegd, en die eis is ingewilligd. Sorry hoor, maar ik heb afgelopen zondag nog een Grand Prix in de 125cc-klasse gewonnen en sta in de week nà de GP des Nations bij het Nederlands kampioenschap in de 125cc-klasse aan de start. Dan ga ik niet voor één wedstrijd 'eventjes' overstappen naar een 250cc-motorfiets; dat is niets voor mij."
|
Erik Eggens
|
In de historie van het WK-landenteams, die in 1947 begint, heeft Nederland de felbegeerde trofee nooit weten te veroveren. De unieke formule drie coureurs per land strijden in drie klassen voor een gezamenlijk puntenklassement bleek telkens een te lastige puzzel voor Oranje. "Ook dit jaar gaan we niet als favoriet van start, maar een plek bij de beste drie moet mogelijk zijn", aldus Eggens, die het jammer vindt dat titelverdediger Amerika zich, om begrijpelijke redenen, heeft afgemeld. "Als topsporter wil je je met de beste meten en de Amerikanen behoren zeker tot die besten. Wie er ook wint, er zal toch altijd een bijsmaakje aan die overwinnig zitten."
De GP des Nations wordt dit weekeinde op de beroemde 'Citadel' in het Belgische Namen verreden. Eggens: "Wat Monaco is voor de Formule 1, is Namen voor de motorcross. Het is een prachtig circuit, waar zelfs een stuk asfalt in ligt; je rijdt gewoon tussen de huizen door, dat komt nergens anders op de wereld voor. Voor ons team is het een voordeel dat we in Namen rijden, want we kennen het circuit alledrie erg goed. Willie (van Wessel) heeft er een paar jaar geleden zelfs bijna een GP gewonnen."
Wat van Wessel destijds niet lukte, is Eggens dit jaar al drie keer gelukt. "Het kinkt misschien gek, maar de overwinning afgelopen zondag in Oostenrijk was voor mij misschien wel belangrijker dan de twee zeges in Nederland (Valkenswaard en Lierop) eerder dit seizoen. Eindelijk heb ik bewezen dat ik ook buiten de landsgrenzen kan winnen, iets waar veel 'criticasters' aan bleven twijfelen; ondanks mijn prestaties die ik in het buitneland leverde. Want met alleen maar goed rijden tijdens de twee Nederlandse GP's word je natuurlijk niet derde in de WK-eindstand."
Een derde plaats met vooruitzichten, zo weet Eggens inmiddels. "Veel coureurs, onder wie Stefan Everts, zijn met het startnummer 3 op de motorfiets wereldkampioen geworden. Volgend jaar krijg ik Steve Ramon, de nummer twee uit de WK-eindstand als teamgenoot en aangezien wereldkampioen James Dobb de overstap naar de 250cc-klasse maakt, hebben we als fabrieksteam van KTM de twee hoogste startnummers in ons bezit. En wat is er mooier dan die twee nummers samen te zine strijden om de wereldtitel..."