DEN HAAG - De werkloosheid onder Turken en Marokkanen is sinds 1995 sterk afgenomen van 35 tot 10 procent. Maar die situatie kan snel weer verslechteren, omdat zij vaak tijdelijke arbeidscontracten hebben. Daardoor zullen zij in tijden van recessie weer het eerst op straat staan.
Dat staat in een onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar de arbeidsmarktpositie van allochtonen. Meer dan 20 procent van de allochtonen heeft een tijdelijk contract, terwijl dat bij de autochtonen maar 7 procent is.
De economische hoogconjunctuur van de laatste jaren heeft er volgens het SCP voor gezorgd dat er zoveel allochtonen aan de slag kwamen. Werkgevers zijn allochtonen in dienst gaan nemen, toen er nauwelijks meer autochtone Nederlanders meer te krijgen waren. Ook dat maakt de arbeidsmarktpositie van allochtonen volgens het SCP wankel.
De helft van de Turken en Marokkanen neemt nu deel aan de arbeidsmarkt. In het begin van de jaren negentig was dat nog maar 40 procent. Van de autochtonen werkt 70 procent. Surinamers hebben hun achterstand volledig ingehaald en werken even vaak werk als autochtonen. Surinaamse vrouwen hebben zelfs vaker (60 procent) een baan dan Nederlandse vrouwen (54 procent).