CAIRO - Ongeloof en verbijstering over de aanslagen in de VS hebben in de Arabische wereld plaats gemaakt voor angst over de te verwachten wraakactie uit Washington. Hoewel de meeste Arabische regimes hun afschuw hebben uitgesproken over de bijna 7000 doden in Amerika zijn ze uiterst onzeker over de steun die ze moeten geven aan een internationale alliantie tegen het terrorisme.
|
|
Zeker nu de vinger zo nadrukkelijk wijst naar Osama bin Laden en Afghanistan. Het probleem is dat de koran een aanval op een ander moslimland verbiedt. Een groot aantal militante moslimgroeperingen wordt niet moe daarop te wijzen.
Het is dit gevoel van 'de straat' waar de meeste Arabische landen wel degelijk rekening mee moeten houden, zelfs al is er geen model-democratie onder te vinden. Egypte heeft zijn Moslim Broederschap, door president Hosni Moebarak er met de knoet onder gehouden. Het koninklijk huis in Saoedi-Arabië worstelt met de armoedige provincies Asir en Baha in het zuidwesten van het land, waar de invloed van radicale islamieten net zo hard groeit als de afkeer van het vorstenhuis. Libanon is een bijna altijd overkokende smeltkroes van fanatieke religieuze stromingen en Jordanië moet voorzichtig zijn vanwege de grote Palestijnse minderheid in het land.
Over één zaak is de 'Arabische straat' het eens: de Palestijnen wordt door Israël groot onrecht aangedaan en Sjaron en de zijnen worden slechts in het zadel gehouden door de pro-Israëlische wereldmacht Amerika, die de gewelddadige Israëlische bezetting door de vingers ziet uit angst voor de joodse lobby in eigen land.
Het gevoel dat voor de Amerikanen een Palestijnse dode minder telt dan een Israëlische is in de Arabische wereld sterk aanwezig. Bovendien wordt de VS een dubbele moraal verweten. De nu als de duivel in eigen persoon afgeschilderde Bin Laden werd wèl door de VS gebruikt in de Koude Oorlog, toen zijn strijd tegen de Sovjets in Afghanistan in het voordeel van Washington was.
Hetzelfde geldt voor Saddam Hoessein die voor zijn inval in Koeweit volgens de Amerikanen nuttig was als pion tegen de Iraanse ayatollahs. Voeg dat bij het gevoel economisch en cultureel overheerst te worden door een superpower wiens waarden men niet deelt en de twijfel bij regeringen over deelname aan de anti-terrorismemacht is verklaard.
De vraag werpt zich dus op wat we van de Arabische wereld mogen verwachten. De belangrijkste landen in het kort in kaart gebracht.
EGYPTE: president Moebarak vaart een zeer voorzichtige koers die hem er als grootontvanger van Amerikaanse financiële steun niet populairder op zal maken in Washington. Moebarak eist bewijzen voor de betrokkenheid van Bin Laden en pleit voor een internationale strijd tegen het terrorisme omdat hij twijfelt aan het leiderschap van de VS. De Egyptische secretaris-generaal van de overkoepelende Arabische liga, Amr Moessa, zegt "nooit een aanval op een Arabisch land te zullen accepteren, onder wat voor omstandigheden dan ook." De rol van Egypte is van belang voor de VS omdat het als een leider in de regio geldt.
DE GOLFSTATEN: de Verenigde Arabische Emiraten hebben als een van de laatste landen de betrekkingen met de Taliban verbroken. Over het algemeen bestaat er hier afschuw over de aanslagen in de VS, maar men wil zich het liefst afzijdig houden. Alleen Koeweit heeft expliciet gemeld dat de VS op steun kunnen rekenen.
JORDANIË: de meest uitgesproken voorstander voor steun aan de Amerikaanse strijd tegen terrorisme. Koning Abdullah valt niet in de fout van zijn vader koning Hoessein, die in de Golfoorlog een pro-Iraanse koers voer. Jordanië rekent op Amerikaanse economische steun. De invloed van het land in de regio is gering.
IRAN: het land wees de aanslag op Amerika in ongewoon harde termen af. Dat heeft tot een voorzichtige toenadering tussen beide landen geleid, waarbij de VS zelfs behoedzaam om medewerking van Teheran vroeg. Iran kan vitale gegevens over het in buurland Afghanistan gevestigde Taliban-regime verstrekken. Iran steunt diverse oppositiegroeperingen in Afghanistan en huisvest 1,5 miljoen Afghaanse vluchtelingen, die ook een bron van informatie kunnen zijn. In de laatste speech van geestelijk leider Khamenei werd Amerika echter weer gewoontegetrouw de 'Grote Satan' genoemd en werd een samenwerking uitgesloten.
IRAK: het buitenbeentje in de Arabische wereld. Aartsvijand van de VS. Saddam Hoessein verklaarde na de aanslagen "dat Amerikanen de pijn moeten voelen die ze andere landen hebben aangedaan." Hij zinspeelt daarmee uiteraard op de Golfoorlog en de sancties tegen zijn land die vooral dank zij Amerikaanse steun nog steeds bestaan. Onduidelijk is of Saddam ook iets met de aanslagen van doen heeft gehad.
Een Amerikaanse aanval op Irak zou zeer slecht vallen bij andere Arabische landen, waar men vindt dat het land al genoeg heeft geleden. Saddam is de kampioen van de Palestijnse zelfmoordenaars. Families van de 'martelaren' krijgen van hem een vette cheque. Vanwege scud-raketten en chemische wapens gevreesd in Israël.
LIBANON: hier maakt vooral de Hezbollah-beweging zich zorgen. Over het algemeen wordt de groep in het westen geassocieerd met aanvallen op Israël, maar de beweging kent ook een politieke tak, van wiens sociale werk veel Libanezen afhankelijk zijn. Het is opvallend dat Hezbollah ontbreekt op de zwarte lijst van de VS. Zowel Iran als Syrië steunt Hezbollah en dat zijn landen die de VS graag in hun coalitie zien. Er wordt daarom afgezien van het vereffenen van een oude rekening. In 1983 bliezen Hezbollah-strijders de Amerikaanse ambassade in Beiroet en een Amerikaanse marinierskazerne op met honderden doden tot gevolg. De niet al te machtige regering van Libanon heeft de VS steun toegezegd.
SAOEDI-ARABIË: heeft recentelijk de banden met de Taliban verbroken. Saoedi-Arabië was in de Koude Oorlog een steunpilaar van de VS. Momenteel binden economische belangen (olie) het vorstenhuis met Washington. Het land loopt ondanks de haat voor de afvallige 'zoon' Bin Laden niet al te hard voor de Amerikanen uit angst de bevolking voor het hoofd te stoten, die meer om de islam geeft dan om het regerende vorstenhuis. Zo is nog steeds niet duidelijk of de Amerikaanse troepen in het land ingezet mogen worden in de strijd tegen het terrorisme. Het land geldt als strategische partner. Tegenstrijdig is dit wel want Saoedi-Arabië is ook de kampioen van de meest strikte vorm van de islam, in wiens naam Bin Laden zegt de aanslagen te plegen.
SYRIË: geldt als toevluchtsoord voor met name tegen Israël gerichte groeperingen en zou de VS veel inside-informatie kunnen verstrekken over de werkwijze van terrorisme. Syrië is een seculiere staat die in het verleden keihard heeft opgetreden tegen moslim-extremisme. Het land heeft de aanslagen in de VS veroordeeld. De nog onervaren president Bashar Assad zou de coalitie tegen het terrorisme kunnen steunen in de hoop zo meer druk uit te oefenen op Israël. Dat land bezet nog steeds de Syrische Golan-hoogvlakte.