AMSTERDAM - Een humanitaire catastrofe dreigt in Afghanistan, zo waarschuwt de VN-vluchtelingen organisatie Unhcr. Tienduizenden vluchtelingen zitten in de grensgebieden vast, veelal verstoken van voedsel. Alle buurlanden hebben hun grenzen hermetisch gesloten.
Een sprankje hoop voor de Afghanen, op de vlucht voor een dreigende westerse aanval, is dat Pakistan overweegt haar grenzen weer open te stellen. Unhcr-baas Ruud Lubbers zal vandaag overleg voeren met Pakistaanse autoriteiten.
Lubbers zei te vrezen voor een "disproportionele" aanval door de VS als vergelding voor de aanslagen van 11 september. Daarin zou de ellende waarin de Afghaanse bevolking leeft alleen maar erger worden. Volgens de Unhcr worden 3 miljoen Afghanen met de hongerdood bedreigd.
De buitenlandse hulpverleners hebben Afghanistan al verlaten. De overgebleven Afghaanse hulpverleners worden in hun werk gehinderd door de heersende Taliban. Gisteren maakten de moslim-fundamentalisten 1400 ton voedsel buit, dat door de VN aan vluchtelingen zou worden verstrekt. "Deze ontwikkeling zou een volledige stop op de voedselverstrekking kunnen betekenen", aldus een woordvoerder van het Wereldvoedselprogramma. Er zou nog een voedselvoorraad voor naar schatting drie weken aanwezig zijn.
In een zeldzame vertoning van eensgezindheid riepen zowel de Taliban als de oppositie het buurland Iran op de hekken bij de grens weer te openen. Teheran sloot de grens tien dagen geleden. In Iran verblijven al zo'n 2 miljoen Afghaanse vluchtelingen.