TEL AVIV - De Israëlische premier Ariel Sjaron is gisteravond laat onder druk van de Verenigde Staten alsnog door de knieën gegaan en heeft minister van Buitenlandse Zaken Sjimon Peres toestemming gegeven te gaan praten met de Palestijnse leider Jasser Arafat. Die ontmoeting zou mogelijk al vandaag kunnen plaatsvinden, zo meldde de Israëlische radio.
Eerder had Sjaron een voor gisteren gepland onderhoud tussen Peres en Arafat verboden omdat de Palestijnen zich niet hadden gehouden aan zijn voorwaarde van 48 uur absolute rust. Maar diplomatieke druk vanuit Washington en een dreigende kabinetscrisis dwong Sjaron alsnog in te binden.
De VS doen er alles aan de Arabische landen niet voor het hoofd te stoten. Washington wil zoveel mogelijk landen in het Midden-Oosten in de coalitie tegen terrorisme te betrekken voordat er een aanval wordt gedaan op Afghanistan.
Het zoveelste veto van Sjaron over een ontmoeting van Peres met Arafat irriteerde niet alleen de Verenigde Staten, maar dreigde ook voor een scheuring in het Israëlische kabinet van nationale eenheid te zorgen.
Peres, die zich door Sjaron als een klein kind behandeld voelt, zinspeelde er gistermiddag tijdens een vergadering van zijn Arbeiderspartij nog op dat hij uit de regering zou stappen. Premier Sjaron zal echter ook moeten aanschuiven bij de rechterkant van zijn kabinet. De ultra-orthodoxe Shas-partij zegt op te stappen als er wél een ontmoeting komt tussen Peres en Arafat.
Sjaron staat onder grote druk van de VS om in ieder geval tot een vorm van overeenkomst te komen met Arafat. Rust in Israël en de Palestijnse gebieden maakt het voor Washington eenvoudiger Arabische partners te vinden voor de coalitie in de strijd tegen het internationale terrorisme.
Peres vindt dat naar Washington geluisterd moet worden, al is het maar als dank voor de jarenlange Amerikaanse steun voor zijn land. Niet iedereen is daar echter van overtuigd. De minister van Arbeid, Sjlomo Benirizi (Shas), zei gisteren "dat Amerika ook niet met Bin Laden praat. Waarom zouden wij dan wel met onze eigen Bin Laden (Arafat, red.) moeten overleggen?"