SKOPJE - In de Macedonische hoofdstad Skopje is gisteren een NAVO-delegatie aangekomen om te zien wat er dient te gebeuren voor de ontwapening van de etnisch-Albanese rebellen.
Ondanks het maandag ondertekende vredesakkoord werd er gisteren nog wel gevochten in delen van het land, maar minder dan voor de ondertekening van het akkoord.
In de overeenkomst is vastgelegd dat de ontwapening pas kan plaatsvinden als het staakt-het-vuren, waarin het verdrag voorziet, ook werkelijk door beide partijen wordt nageleefd. Hiervoor zullen voor de duur van dertig dagen 3500 NAVO-militairen, onder wie 250 Nederlanders, worden geïnstalleerd.
Bij schietpartijen gisteren langs de grens met Kosovo en bij de tweede stad van het land, Tetovo, raakte tenminste één burger gewond. Ook werd er gevochten bij Kumanovo nabij de grens met Joegoslavië.
De Albanese rebellen zijn bereid hun wapens in te leveren bij de NAVO-soldaten aldus een diplomatieke bron. De politieke leider van het Nationale Bevrijdingsleger, Ali Ahmeti, is dat overeengekomen met NAVO-onderhandelaars.
Macedonië maakte gisteren bekend dat zij afgelopen weekeinde vijf rebellen gedood heeft in een dorp nabij Skopje. De regering beschuldigd de Organisatie voor Veiligheid en Vrede in Europa (OVSE) ervan de zaken verkeerd te doen voor komen door te spreken over burgers in plaats van terroristen.
De OVSE zond gisteren waarnemers naar het dorp Ljuboten en sprak over "een aantal lijken", maar ontkende ze als burger te hebben geïdentificeerd.
Het Internationale Rode Kruis en andere buitenlandse functionarissen werd de toegang tot Ljuboten belet. Volgens Albanezen zouden de lijken nog in het dorp liggen. In Ljuboten kwamen vrijdag acht regeringsmilitairen om toen zij op een landmijn reden. (AP/Reuters)