VLIELAND - Een spelend jochie (12) is op duincamping Stortemelk op Vlieland gestuit op een massagraf, waarin zeker acht mensen liggen begraven. Mogelijk liggen er nog veel meer skeletten onder de tentjes van de campinggasten. Een eilandarts zegt dat de botten oud zijn, mogelijk van begraven scheepsdrenkelingen.

|
Jorrit Geertsema bekijkt zijn vondst.
|
De grafheuvel, afgezet met politielinten, ligt letterlijk middenin het kampeerterrein. De technische recherche dacht eerst met één skelet te maken te hebben, maar gistermiddag werd het achtste skelet ontdekt, door technisch rechercheur Hessel Koopmans, die heel toepasselijk zijn diensttenue heeft verwisseld voor een camping-outfit.
De jonge vinder, Jorrit Geertsma, dacht eerst "dat er een zwam uit de grond stak". Toen hij eraan trok, bleek het echter een menselijke rib te zijn. "Het was een stuk bot. Toen heb ik verder gegraven met mijn handen", vertelt de jongen, terwijl een honderdtal campinggasten zich nieuwsgierig verdringt rond het massagraf. Op korte afstand van de grafheuvel staan tentjes en liggen mensen te zonnen.
Zijn ouders geloofden hem eerst niet, toen hij vertelde dat hij een lijk had gevonden, erkennen ouders Wiep en Winy Geertsema, die een seizoenplaats hebben op de duincamping. "Maar écht: we zagen rugwervels en stukjes schedel, midden op onze camping!"
Met de vondsten in een potje (een stuk schedel, een wervel en vier stukjes ribben) meldde Jorrit en zijn vader (51) zich op het plaatselijke politiebureau bij hoofdagent Willem Diepstraten en diens medewerker Michiel Huiberts, die van verbijstering stijl achterover vielen.
In allerijl werd de technische recherche gewaarschuwd op de vaste wal, die meteen tot middernacht aan het graven sloeg, bijgelicht met schijnwerpers van brandweerwagens.
"Voor middernacht had ik de eerste vier skeletten al te pakken", zegt Hessel Koopmans. "Ik heb maar een korte broek geleend van een agent op Vlieland, want dit wordt langdurige werk, in de zon. Ik had een slechtere klus kunnen treffen."
Rechercheur Koopmans vreest dat er nog veel meer liggen. "Die hele bult kan wel vol liggen. De eerste drie heb ik met de hand uitgegraven, maar nu komt er een kraan bij. Het zijn er gewoon teveel." Eilandagent Eric Vaassen en gemeenteambtenaar Koos Rensen helpen mee bij de bizarre graafwerkzaamheden, midden tussen de toeristen in zwemkleding.
De herkomst is een mysterie. "Ik vind totaal geen kleding, sieraden of gebruiksvoorwerpen", aldus de rechercheur. Alle skeletten liggen op 1,5 meter diep, zijn intact en compleet, keurig naast elkaar neergelegd. "Ik vond er wel een heel oud colaflesje tussen."
De rechercheur meent dat het scheepsdrenkelingen zijn, van een vergeten zeedrama, mogelijke een paar eeuwen geleden, die achter de duinen (gebruikelijk in die tijd) zijn begraven. Door de veranderende vloedlijn, zijn de skeletten landinwaarts komen te liggen.
"Campinggasten hebben jarenlang letterlijk bovenop de skeletten gekampeerd. Maar ja, wat niet weet, wat niet deert. Datzelfde geldt voor oorlogsmunitie", lacht Koopmans.
De rechercheur brengt nauwkeurig in kaart hoe de botten zijn gevonden. Daarna gaan de skeletten, in kratten verpakt, naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Rijswijk, waar ze met behulp van antropologen van de Leidse universiteit worden bestudeerd.
Burgemeester Rob van der Mark van Vlieland staat voor een raadsel: "Het kunnen slachtoffers uit de oorlog zijn of drenkelingen van scheepsongelukkenmaar het kunnen ook Duitsers zijn die omkwamen bij een dramatisch mijnongeluk. Na de bevrijding moesten veel voormalige Duitse bezetters verplicht mijnen ruimen. Daar zijn ongelukken bij gebeurd."
Maar rechercheur Koopmans gelooft daar helemaal niets van: "Als het Duitsers waren geweest, hadden we daarover iets geweten uit het gemeentearchief." Het ontbreken van aanwijzingen, op enkele nagels van grafkisten na, duidt volgens hem juist op een massagraf van omgekomen zeelieden na een vergeten scheepsramp lang geleden.