SAN SEBASTIAN - Aan de voet van de Jaizkibel lag het noodlot geduldig te wachten op de komst van Erik Dekker. De coureur van de Rabobank was een gemakkelijke prooi, herkenbaar aan zijn witte trui, de trui van de leider in het klassement om de Wereldbeker. Precies op het moment dat Dekker wilde demarreren, werd hij getroffen door een afloper. Terwijl de Clasica beslist werd en vier kanshebbers overbleven, wisselde de winnaar van de Amstel Gold Race van wiel en begon hij aan een woeste inhaalrace richting San Sebastian. Aan de meet werd Dekker tot ieders verrassing fraaie negende achter Laurent Jalabert en zag hij tot zijn grote opluchting dat de schade beperkt was gebleven.
|
Laurent Jalabert. (Foto: Cor Vos)
|
"Heb ik dat weer", waren zijn eerste woorden waar de ontgoocheling van afdroop. Even later was de nuchterheid weer terug en vertelde hij het verhaal van de bizarre ontknoping van de Spaanse klassieker. "Het is een regelrecht wonder dat ik zo ben teruggekomen. We waren 500 meter op de Jaizkibel toen ik voelde dat ik een afloper had. Misschien had ik nog wel de top kunnen halen, maar ik moest hoe dan ook een ander wiel steken. Gelukkig kwam Maarten den Bakker er snel aan en verloor ik hoogstens een halve minuut."
Die vertraging was echter voldoende om de greep op de wedstrijd kwijt te raken. Terwijl Dekker van wiel wisselde, ontplofte de koers. Met een daverende knal vloog Jalabert naar de koplopers Bettini en Belli. Bettini moest bijna meteen lossen, Belli kon op zijn tandvlees aanhaken. Met Francesco Casagrande en Davide Rebellin passeerde de Fransman de top en kon hij zich gaan opmaken voor een nieuwe stunt. In de kopgroep was Fassa Bortolo met Casagrande en Belli uitstekend vertegenwoordigd. Beide Italianen wachtten echter te lang met het sloopwerk. Pas op vier kilometer van de finish kwamen de spelden tevoorschijn. De demarrages misten echter het venijn om Jalabert en Rebellin echt pijn te doen.
"Het was voor mij van vitaal belang om bij elkaar te blijven", keek Jalabert terug. "Met drie Italianen voorop, waarvan twee uit dezelfde ploeg, was de sprint mijn enige kans. Die heb ik met beide handen gegrepen."
In de Tour de France won Jalabert twee etappes en de bergtrui, in San Sebastian kreeg de renaissance van een groot kampioen nog meer gestalte. Tot grote ontluistering van met name Casagrande, die gedesillusioneerd moest constateren dat de 32 jaar jonge coureur van het Deense CSC Tiscali de eeuwige jeugd lijkt te bezitten. Aan het begin van het seizoen viel de coureur uit Mazamet van een keukentrap en brak hij drie rugwervels. Zijn beroepsernst was echter niet gebroken. Dat bewijs leverde Jalabert vorige maand en in de criteriums. "Ik heb er negen gereden en 's ochtends nog een uurtje of twee bijgetraind om genoeg kilometers in mijn benen te hebben. Dat was zwaar omdat iedereen na de Tour in de verleiding komt om het even rustig aan te doen. Door mijn ongeluk zit ik nog steeds niet lekker op mijn fiets. Zes uur achter elkaar is het maximum. Ik moet het tegenwoordig vooral van mijn ritme hebben. Na de snelle start wist ik dat ik op tijd binnen zou zijn. Dat was een zorg minder. Op de Jaizkibel besloot ik om de mannen van Fassa Bortolo geen meter ruimte te geven en ben ik zelf tempo gaan rijden."
Door de behouden tactiek van de Italiaanse topploeg bleef de kopgroep bij elkaar en sprintte Laurent Jalabert naar zijn derde klassieke zege, vier jaar na zijn overwinning in de Ronde van Lombardije. "Ik rij momenteel van het ene naar het andere hoogtepunt", concludeerde hij grijnzend. "Bij ONCE heb ik prachtige jaren gehad, maar kon ik nooit de Clasica winnen. Dit land heeft mij veel gebracht. Vier jaar terug werd ik in San Sebastian wereldkampioen tijdrijden. Spanje zit in mijn hart en ik ben ervan overtuigd dat ik in de harten van de Spanjaarden zit."
Waarna hij zijn succesformule bekend maakte. "Ik win weer door een combinatie van ervaring, weerstand, verzorging en vooral ambitie. Met leeftijd heeft dat niet zoveel te maken. Door te winnen, blijf je jong in je hoofd."
Erik Dekker knikte bevestigend. "Ik zeg niet dat ik met Jalabert omhoog had kunnen rijden, maar ik was dicht in de buurt gekomen. Op de Jaizkibel heb ik mij na de lekke band helemaal opgeblazen. Lek rijden en dan toch nog negende worden. Dat kan toch alleen Eddy Merckx?"
Nog niet zo lang geleden werd Dekker op kuitenbijters als de Jaizkibel eraf gereden. Die tijd is voorbij. Daarom keek de blonde Drent met de uitslag in zijn hand vol optimisme naar de komende twee Wereldbekerwedstrijden waar het geen kwaad kan als de Rabobank als ploeg wat nadrukkelijker in beeld rijdt dan afgelopen zaterdag. "Op de Jaizkibel werd Vainsteins eraf gereden. Hij heeft geen punt gepakt. Rebellin wordt een gevaarlijke klant, Camenzind en Bortolami hebben goed gereden. En natuurlijk was Dekker ook niet slecht. Inmiddels ben ik op een niveau gekomen waardoor ik overal kan winnen. Zelfs met beachvolleybal."