AMSTERDAM - De huidige economische structuur van Taiwan moet op de schop. Het voormalige productieparadijs kan door de hoge arbeidskosten niet langer opboksen tegen de goedkopere buurlanden. "We moeten gaan werken met ons hoofd in plaats van onze handen", zo stelt Chih-Peng Huang, voorzitter van exportbevorderingsorganisatie Cetra. De Taiwanese regering zoekt naarstig naar een manier om die transformatie zo pijnloos en voorspoedig mogelijk te laten verlopen. De vergelijking met het Nederland van de jaren tachtig wordt opvallend vaak gemaakt.
Ook in ons land werd toen gevreesd dat het wegvallen van de arbeidsintensieve industrie zoals scheeps-, machinebouw en textiel, voor een onherstelbare economische schade zou zorgen. Niets bleek minder waar.
"Taiwan kan veel leren van de manier waarop Nederland dat heeft aangepakt", vindt Patrick Poon, directeur van ING in Taiwan. Niet alleen de economische transformatie is reden voor een vergelijking, Nederland wordt ook gezien als hét voorbeeld van hoe een klein land kan overleven met een grote en machtige buurman naast zich. Want tot ongenoegen van het Taiwanese bedrijfsleven werpt de regering een ware verdedigingswal aan handelsbeperkende regels op, uit angst dat kapitaal en hoogwaardige kennis naar het gigantische Chinese vasteland weg stroomt.
Alles wijst er op dat Taiwan met dit beleid zichzelf juist in de vingers aan het snijden is. Buitenlandse investeringen lopen terug en de it-industrie waagt de sprong naar de overkant toch wel. Siebe Schuur van Netherlands Trade and Investment Office: "De beste oplossing is de markt zo snel mogelijk volledig te liberaliseren. Dat zal de Taiwanese economie juist een impuls geven omdat het voor internationale ondernemingen aantrekkelijker wordt zich hier te vestigen."
De bank- en verzekeringssector illustreert goed hoezeer het huidige overheidsbeleid een vrije marktwerking nog in de weg staat. De bankensector is een te kleine koek voor te veel eters. Het eiland telt 53 nationale banken, met een gezamenlijk marktaandeel van bijna 70%. Zo'n 40 buitenlandse banken vechten om de rest. ABN Amro is met een marktaandeel van 1,4% de tweede buitenlandse bank. Groei, autonoom dan wel middels acquisities, is nauwelijks mogelijk.
Zo komen wetten, die het een buitenlandse bank mogelijk moeten maken om een lokale bank over te nemen of om activiteiten van een bank en een verzekeringsmaatschappij onder één holding te plaatsen, maar moeizaam tot stand. "En van een vrije kapitaalmarkt is nog absoluut geen sprake", aldus Schuur.
De regering plaagt ook de verzekeringssector met een woud aan regeltjes. "Alle beleggingen moeten in Taiwan zelf plaats vinden. En de beperkte en illiquide markt maakt dat niet eenvoudig. Bovendien is het niet toegestaan 'unit-linked'-producten aan te bieden, alleen traditionele verzekeringsproducten mogen worden verkocht", somt Gijsbert van Doorn, financieel topman van Aegon in Taiwan, op. Aegon heeft momenteel 1% marktaandeel.
Ook ING-topman Poon ergert zich aan de overheidsbemoeienis: "Als wij een nieuw product willen introduceren geeft de regering de vergunning daarvoor direct aan meerdere partijen tegelijk. Dat vindt zij eerlijk."
De vijf grootste verzekeringsmaatschappijen (waarvan vier Taiwanees) hebben 80% van de totale omzet in handen. Toch zitten bijna alle internationale bank/verzekeraars in Taiwan. Het eiland is gemeten naar premie-inkomen de derde verzekeringsmarkt in Azië en de verwachting is dat een consolidatieslag niet uit kan blijven. Bovendien zagen veel bedrijven Taiwan ooit als bruggenhoofd naar het Chinese vasteland.
Zo kwam ook Philips inmiddels al weer 35 jaar geleden naar Taiwan. Het elektronicaconcern is er de grootste buitenlandse werkgever en investeerder. De huidige overheidsrestricties, waar onder een verbod op investeringen in China boven de $50 miljoen, gelden uiteraard niet voor het Nederlandse concern.
Voor Philips is het dus eenvoudig een aantal fabrieken te verplaatsen naar de overkant van de Straat van Taiwan. Had Philips vijf jaar geleden nog 13000 Taiwanese werknemers, binnenkort zijn dat er nog maar 4000. "De regering kan de investeringen in China beter gaan managen dan verbieden", vindt ook Paul Zeven, bestuursvoorzitter van Philips Taiwan.
Minstens zo belangrijk is het dat Taiwan er voor moet zorgen dat het vestigingsklimaat voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijk blijft. "Andere Aziatische landen hebben inmiddels het Taiwanese voorbeeld gevolgd. Taiwan zal er hard aan moeten werken een voorsprong te houden", aldus Zeven.