AMSTERDAM - De één deed het overtuigender dan de ander, maar beiden schaarden zich gisteren in Edmonton bij de beste dertien polsstokhoogspringers ter wereld en mogen morgen hun opwachting maken in de WK- finale. Christian Tamminga kwalificeerde zich eenvoudig door in zijn eerste poging ruim over 5,70 meter te wippen (eerder had hij ook op 5,50 en 5,60 slechts één sprong nodig gehad), Rens Blom deed zijn reputatie als toernooi-springer eer aan door pas in zijn laatste poging over de kritische hoogte van 5,70 te gaan. Het duo zorgde daarmee eindelijk voor een meevaller in het oranje-kamp.

|
Rens Blom. (Foto: AP)
|
Blom en Tamminga hebben een belangrijke overeenkomst. Beiden zochten bij gebrek aan alternatieven in eigen land hun heil bij een buitenlandse trainer: de inmiddels in Leverkusen woonachtige Blom bij de Duitser Leszek Klima en Tamminga bij de Oezbeek Valery Kogan, die Tel Aviv als uitvalsbasis heeft. "Nederland is geen polsstokland. Er zijn nauwelijks faciliteiten. Hopelijk kunnen we daar met goede prestaties iets aan veranderen", zei Tamminga, die noodgedwongen middels gebarentaal met zijn trainer communiceert. Kogan spreekt zeer gebrekkig Engels. "Maar met handen en voeten lukt het ook. Die man weet zoveel van polsstokhoogspringen. Hij heeft me technisch veel beter gemaakt", aldus Tamminga, die zich twee weken geleden op de valreep voor de wereldtitelstrijd had gekwalificeerd door in Israël over 5,75 te springen, slechts een centimeter onder zijn eigen nationale record.
Blom kwam dit buitenseizoen niet hoger dan 5,60 meter, maar de KNAU gunde hem op basis van een goed 'prestatiepaspoort' (o.a. brons tijdens de EK indoor in 2000) het voordeel van de twijfel. "Ik ben blij dat ik in ieder geval de kwalificaties heb overleefd", zei Blom, die zich in de door regen tijdelijk onderbroken competitie licht blesseerde aan zijn rug. De rustpauze van tweeëneenhalve dag komt hem daarom zeer gelegen. In de finale hopen beiden het Nederlandse record bij te stellen. Tamminga: "We moeten richting de 5,80 gaan, daarna zien we wel. De finale zal een vrij open wedstrijd worden."
Sprinter Patrick van Balkom verging het gisteren aanzienlijk minder op de 200 meter. Hij eindigde in zijn heat als zevende (20,96) en verliet daarmee roemloos het toernooi. Uit frustratie over zijn wanprestatie smeet hij na afloop in de mixed-zone zijn spikes weg en gooide hij er wat flinke krachttermen uit, maar van verder commentaar wenste hij zich te onthouden. Zijn persoonlijke trainer Peter Verlooy, tevens een van de drie hoofdcoaches bij de KNAU, meende wel te weten waar het aan lag. "Patrick was niet snel genoeg."
Van Balkom, begin dit jaar nog winnaar van het brons op de 200 meter tijdens de WK indoor in Lissabon, raakte vorige maand op de nationale titelstrijd in Tilburg licht geblesseerd aan zijn knie en hamstrings. "Vanaf dat moment is er een trainingsgat ontstaan dat we niet meer hebben kunnen dichten".
Troy Douglas overleefde met een tijd van 20,65 in zijn serie wel eenvoudig de eerste schifting op de 200 meter.