DEN HAAG - Het Joegoslavië-Tribunaal heeft gisteren de 19 punten tellende aanklacht bekendgemaakt tegen de twee Bosnische moslim-generaals en een -kolonel, die eergisteren waren gearresteerd door de Bosnische autoriteiten.
Volgens hun advocaat waren ze gisteren al onderweg naar Den Haag.
Generaal Enver Hadzihasanovic (51), generaal Mehmed Alagic (54) en kolonel Amir Kubura (37) zijn ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor de oorlogsmisdaden tegen Bosnische Kroaten, die voornamelijk zijn begaan door buitenlandse, islamitische Moedjaheddin-strijders.
De drie worden ervan verdacht verantwoordelijk te zijn voor de executie van burgers en krijgsgevangenen, het gebruik van gijzelaars als menselijk schild en de verwoesting van dorpen in 1993, aldus het Tribunaal. Zij pleegden de oorlogsmisdaden niet zelf, maar worden verantwoordelijk gehouden voor daden van ondergeschikten, voornamelijk buitenlandse vrijwilligers (zoals moedjaheddin) die zich bij de Bosniërs voegden in wat zij een jihad of heilige oorlog noemden.
Om het argument van bevelsverantwoordelijkheid te onderbouwen, citeerde de aanklacht uit een boekje dat onder alle moslimsoldaten was verspreid en waarin opgeroepen werd om, zoals de islam voorschrijft, geen vrouwen en gevangenen te doden of martelen. Het boekje benadrukte echter ook dat soldaten orders moesten opvolgen indien hun meerderen een andere benadering kozen, zoals het platbranden van dorpen of oogst, tot zelfs het executeren van gevangenen.
Hadzihasanovic was in de oorlog stafchef van het door moslims gedomineerde Bosnische leger. Alagic was commandant van de strijdkrachten in Centraal-Bosnië en Kubura was commandant van de zogenaamde Zevende Moslimbrigade van het Bosnische leger.