AMSTERDAM - De Amsterdamse beurs werd gisteren weer vergast om een stroom van halfjaarcijfers. Die leidden in de meeste gevallen echter niet tot echt spectaculaire koersfluctuaties. Veel resultaten waren conform de verwachting van analisten en beleggers.

Temeer ook daar de laatste weken al bij diverse bedrijven, die met slechtere resultaten te kampen hadden gekregen, winstwaarschuwingen de deur uit waren gegaan. Het kon dus eigenlijk alleen nog maar meevallen. Veel belangrijker waren de bij de presentatie van de cijfers gegeven prognoses door het management van de bedrijven. Maar ook die waren gisteren niet erg verrassend. Ze waren meestal niet meer een doortrekken van de lijn, die zich eerder deze week aftekende, of verwijzingen naar de vele onzekere factoren die voorspellingen erg moeilijk maken.

Samen met het onveranderd laten van de rentetarieven door de Europese Centrale Bank en een terugvallend Wall Street (bij het sluiten van de beurs was er van een aanvankelijke stijging van de Dow Jones-index nog maar een winstje van 20 punten over) leidde dit aan het Damrak tot een weinig spectaculaire handelsdag. Na eerst te zijn opgelopen tot 559 sloot de AEX per saldo 1,91 punt lager op 549,92.

De cijfers van Kon. Olie waren vrijwel zoals analisten hadden voorspeld. Die waren uitgegaan van een winst over het tweede kwartaal van $3 miljard à $3,7 miljard, het werd uiteindelijk $3,6 miljard. Een winststijging, die vooral te danken was aan de hoge gasprijs, hogere marges op de olieraffinage en gestegen gasverkopen.

Enige dissonant in het recordkwartaal (het zesde in successie) was de chemiesector. Daar bleef men kampen met lagere marges en hogere grondstofprijzen. Gunstig voor het concern was met name de stijging van het rendement op het gemiddeld geïnvesteerde vermogen, de ROACE. Die ging van 16% vorig jaar naar 21,4%.

Zoals gebruikelijk wenst de Shell-top zich niet al te vast te pinnen op een winstprognose voor het gehele jaar. Positief is in ieder geval de verzekering van de concerntop dat bij de uitvoering van het kostenbesparingsprogramma Shell 'ruim op schema' ligt. Nu al bedragen de besparingen $4,7 miljard, wat dus vrijwel het beoogde doel van $5 miljard is.

Nadat de koers van Olies was opgelopen tot EUR67,35 werd gesloten op 64,35, dat was per saldo een verlies van EUR2,49 (3,7%). Sem van Berkel Securities blijft voor Kon. Olie uitgaan van een stijging van de nettowinst met zo'n 20% tot EUR4,60 per aandeel (v.j. 3,86). Dat zou kunnen leiden tot een koerswinstverhouding van 14. "Historisch gezien is dat voor de Koninklijke weliswaar een lage waardering, maar wij verwachten volgend jaar een gemiddeld lagere olieprijs en uit hoofde daarvan een beperkt verder winstgroeipotentieel", aldus de analisten. Zij blijven dan ook de beleggingsvoorkeur geven aan het gelijk gewaardeerde, maar minder cyclische farma/chemiefonds Akzo Nobel en aan het lager gewaardeerde DSM.

Fors in de min was Buhrmann. Het fonds moest 3,5% (EUR0,31) prijsgeven op EUR8,68, naar zelfs even op EUR7,85 te zijn verhandeld. Daarmee was het een van de grootste verliezers op de beurs. De kantoorleverancier blijkt zijn doelstelling van 15% meer winst volledig overboord te hebben gezet. Nu wordt voor dit jaar zelfs een een daling van de winst met 40% tot EUR160 miljoen gerekend, bleek gisteren bij de presentatie van de zeer slechte kwartaalcijfers. Daaruit bleek dat de winst uit gewone bedrijfsuitoefening (vóór afschrijving van goodwill) met 53% is gedaald tot EUR29 miljoen.

Die daling kwam, na de laatste winstwaarschuwing die het bestuur eind juni deed, niet echt meer als een verrassing. Dat was wèl het overboord zetten van de doelstelling. Menig analist had zich bij die laatste winstwaarschuwing al verbaasd dat het bestuur niet zijn targets voor het hele jaar bijstelde. "Ze hebben uiteindelijk bij Buhrmann toch het licht mogen zien", stelde een handelaar cynisch vast. In enkele maanden tijd is de koers van Buhrmann met zo'n 70% gezakt.

Gevraagd waren gisteren aanvankelijk de technologie-aandelen, maar later op de dag moest een groot deel van de winst weer worden ingeleverd, of sloeg zelfs om in verlies. De vriendelijke stemming van aan het begin van de dag volgde op de koersstijgingen op de Amerikaanse schermenbeurs Nasdaq. Daar kon dinsdag geprofiteerd worden van een positief rapport van Merrill Lynch over de chipindustrie. De specialisten van de bank gaan er van uit dat deze industrie nu wel het ergste achter de rug heeft. Intel-topman Craig Barret liet zich in soortgelijke bewoordingen uit en zei voor de tweede helft van dit jaar een herstel te verwachten.

AMSL, die aan de chipindustrie levert, liep aanvankelijk op tot EUR25,60, maar sloot op EUR24, dat was per saldo EUR0,52 verlies. De onderneming blijkt problemen te hebben met een Duitse toeleverancier van lasers. Daardoor kunnen lithografische machines niet tijdig aan Intel worden geleverd.

ASMI kon zich handhaven op een winst van een eurokwartje op EUR26,80, terwijl BE Semiconductor (Besi) een eurodubbelje omhoog ging naar EUR8.

Zoals te verwachten was na de beursmalaise van de afgelopen tijd, kwam marketmaker en hoekman Van der Moolen met fors lagere winstcijfers. Over het eerste halfjaar werd een winstdaling van 24% geïncasseerd. Ook voor de rest van het jaar is Van der Moolen somber gestemd. De handelsvolumes zullen de komende drie kwartalen op zijn best gelijk blijven, mogelijk zullen zij zelfs dalen, zo denkt Van der Moolen. Over het gehele jaar zou dat kunnen leiden tot een winstdaling van 25%. De gang naar de New York Stock Exchange staat nog steeds voor dit jaar op de agenda. Beleggers honoreerden dit alles met een koersstijging van EUR1,80 tot EUR28,75.

Ook concurrent AOT kwam gisteren met halfjaarcijfers. Die waren nog slechter dan bij Van der Moolen: een winstdaling met 83%. Ondanks speculaties dat AOT een overnamekandidaat voor Van der Moolen kan worden, sloot het fonds zes eurocent lager op EUR3,54.

zoek naar gerelateerde artikelen

vr 3 augustus 2001