UTRECHT - Zeventig topatleten hebben een openlijke oproep gedaan om sluiting van de afdeling Topsportgeneeskunde van het Medisch Centrum Utrecht (MCU) te voorkomen. Het ziekenhuis zit in een bezuinigingsronde, waarbij een tekort van 28 miljoen gulden moet worden opgevangen. Daarbij sneuvelt vanaf 1 januari 2002 ook de praktijk van sportarts Peter Vergouwen. Een woordvoerster van het MCU: "Onze raad van bestuur wacht nu al een jaar op het ministerie van VWS en NOC*NSF voor een eventuele financiële bijdrage. Daar is tot nu toe niets van gekomen. Over een maand beginnen we met de afbouw van de topsportkliniek." "Ontoelaatbaar", meent onder meer voormalig volleybalinternational Peter Blangé, die zich mede achter het initiatief van de topsporters schaart, "de Nederlandse topsport krijgt een keiharde klap als de praktijk daadwerkelijk komt te vervallen. Het is daarom nu of nooit. Er moeten razendsnel maatregelen worden genomen."

Met het definitief sluiten van de praktijk van Vergouwen zal er namelijk een enorm gat in de medische begeleiding van topatleten vallen. De afdeling Topsportgeneeskunde in Utrecht is de enige waar alleen maar topsporters worden behandeld. Zeven jaar geleden haalde het UMC de praktijk nog met veel ophef binnen. En hoewel de kliniek vandaag de dag loopt als een trein vrijwel elke topsporter maakt gebruik van de kunde van Vergouwen en zijn vijf medewerkers blijkt het te weinig geld in het laatje te brengen. De afdeling, die overigens van alle faciliteiten van het ziekenhuis gebruik mag blijven maken, zodra de financiën zijn geregeld, komt minimaal zes ton per jaar tekort. Een medewerkster van Vergouwen, die momenteel zelf met de atletiekequipe is meegereisd naar de wereldkampioenschappen atletiek in het Canadese Edmonton, legt echter uit: "Eigenlijk heeft de praktijk jaarlijks één miljoen gulden nodig. Dan is niet alleen de medische begeleiding van zo'n 250 topsporters goed geregeld, maar bestaat er ook ruimte voor wetenschappelijk onderzoek."

Omdat de tijdsdruk toenam, besloten de zeventig topsporters, op initiatief van de atleten Simon Vroemen en Ester Goossens, in februari van dit jaar alvast een handtekeningenpetitie aan te bieden aan de sportkoepel NOC*NSF. De tennissers Richard Krajicek en Kristie Boogert, de olympische zeilsters Margriet Matthijsse en Carolijn Brouwer, oud-judoka Jessica Gal, wereldkampioene surfen Lucienne Ernst en de atleten Robin Korving, Marko Koers, Patrick van Balkom en vele anderen hoopten dat de overkoepelende sportbond een oplossing kon bieden. Lucienne Ernst, die bij dit tweede initiatief van de zeventig atleten naar buiten treedt als groepswoordvoerster: "Tot nu toe hebben we echter nog helemaal niets van NOC*NSF vernomen. En dat is toch bar weinig, gezien de doelstelling om de Nederlandse topsport en het welzijn van de atleten te dienen. Helemaal, omdat NOC*NSF vorig jaar samen met het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en sport, red.) reeds de toezegging deed Vergouwen's praktijk te gaan ondersteunen. Dan moeten ze nu wel heel erg snel zijn, anders kunnen we de zaak als opgedoekt beschouwen."

Marcel Sturkenboom, directeur topsport van NOC*NSF, is overrompeld en enigszins geïrriteerd door de actie van de topsporters. "Dit initiatief komt te vroeg. Ze hadden beter even contact met ons kunnen opnemen om te vragen hoe de zaken ervoor staan. Na afloop van de succesvolle Olympische Spelen vorig jaar in Sydney, zegde de overheid namelijk toe éénmalig 40 miljoen gulden in de sport te investeren. De verdeling van dat geld zou meteen na het zomerreces van het Kabinet en de Tweede Kamer ter sprake komen. Da's nog twee, drie weken wachten. Het was al langer bekend, dat tijdens dat debat het voortbestaan van de afdeling Topsportgeneeskunde op de prioriteitenlijst staat. Oké, het duurt nog even, maar niemand beweert dat het niet goed zal komen."

Peter Blangé, sinds kort lid van het Europese Olympische Comité: "Het is niet onze bedoeling mensen tegen de haren in te strijken. Maar als NOC*NSF en VWS over een paar weken toch niet met een oplossing komen, is het gedaan met één van de belangrijkste instellingen op het gebied van topsport. De medische kunde en kennis, die in Utrecht aanwezig zijn, mogen we onder geen enkele voorwaarde verloren laten gaan. De overige topsporters snappen waarover ik praat: Peter Vergouwen weet alles van topsport en de mentaliteit die daarbij hoort. We hebben ook allemaal wel een deel van onze carrière aan hem te danken, omdat we stuk voor stuk gehinderd zijn door ons lichaam en hij en zijn team specialisten altijd voor ons klaar stonden. Het kan niet zo zijn, in deze tijd van welvaart en sportief besef, dat zo'n instituut verloren gaat. Daarom staan wij op de bres. Omdat we kostte wat het kost de afdeling Topsportgeneeskunde in leven willen houden."

zoek naar gerelateerde artikelen

di 31 juli 2001