AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) in Amsterdam heeft zich neergelegd bij het vonnis van de rechtbank in de zogenoemde forexzaak, een fraudezaak met vreemde valuta.
Het OM gaat niet in hoger beroep tegen de taakstraffen van 240 uur die de rechter eerder deze maand aan E. B. en A. van de P. had opgelegd. De officier van justitie had tegen elk van hen een gevangenisstraf van twee jaar geëist.
Het belangrijkste argument voor het OM om het hoger beroep te laten lopen, was dat de uitspraak van de rechter "voldoet aan de ernst van de zaak". Behalve de taakstraf kregen de veroordeelden een voorwaardelijke celstraf van een jaar.
Het duo was lid geweest van een criminele organisatie die mensen met valse beloftes geld afhandig maakte dat in vreemde valuta zou worden belegd. In plaats van de hoge rendementen die zij hun slachtoffers in het vooruitzicht stelden, zagen de meesten niets terug van hun geld. Sommigen raakten enkele tonnen kwijt.
"De rechter heeft verder rekening gehouden met de maatschappelijke redelijkheid", aldus de zegsman van het OM. Het ging om misstappen van drie jaar terug. Bovendien hebben de twee veroordeelden orde op zaken gesteld in hun leven.