JERUZALEM - De Israëlische politie heeft gisteren de Tempelberg bestormd en een menigte Palestijnse stenengooiers verjaagd, nadat deze joodse bidders bij de pal onder de berg gelegen klaagmuur hadden bekogeld.
Bij die rellen raakten 20 Palestijnen en 15 Israëlische agenten gewond. De politie gebruikte traangas en de wapenstok. Tenminste 30 Palestijnen werden aangehouden.
De ruimte bij de klaagmuur, waar de gelovigen met plastic stoelen op hun hoofd dekking zochten, werd ontruimd, maar later op de dag kon er weer gebeden worden.
De botsing kwam niet onverwachts omdat de spanning rond het voor zowel de joden als de moslims heilige tempelcomplex was opgevoerd na de aankondiging van een extremistische joodse groepering dat ze symbolisch een steen zouden leggen voor de bouw van de derde joodse tempel op de berg waar nu twee voor de moslims heilige moskeeën staan.
Die steenlegging was, evenals voorgaande jaren, niet toegestaan door het Israëlische gerechtshof. De volgelingen van de Tempelberggelovigen moesten zich tevreden stellen met een ceremonie rond de steen buiten de oude stadsmuren van Jeruzalem. Op last van de politie werd die plechtigheid nog vervroegd om meer onlusten te voorkomen.
Ontvlambaar
De onlusten gaven weer eens aan hoe licht ontvlambaar de situatie is rond het in het hart van Jeruzalem gelegen Tempelcomplex. Een bezoek van de toenmalige oppositieleider Ariel Sjaron vorig jaar aan de Tempelberg wordt gezien als de aanzet tot de Palestijnse Al-Aksa Intifada, die is vernoemd naar een moskee ter plekke. Toen waren de rellen nog heftiger.
Wat hij als oppositieleider nog een recht vond, het bezoek van joden aan de Tempelberg, verbood Sjaron als premier. De Tempelberggelovigen mochten de plek niet aandoen. Het is een delicaat punt want velen in Israël vinden dat ook zij het heiligdom mogen betreden. Sinds het bezoek van Sjaron is dat recht alleen voorbehouden aan moslims. Bovendien beschuldigt Israël de Waqf, de organisatie die verantwoordelijk is voor de situatie rond de Tempelberg, ervan door opgravingen en dergelijke de bewijzen van het bestaan van de twee joodse tempels te verdonkeremanen.
In de plannen van de toenmalige VS-president Bill Clinton tijdens het Camp-David-overleg werd daarom voorgesteld de berg horizontaal te verdelen. Het onderste gedeelte voor Israël en de top met de Rotskoepel en de Al Aksa-moskee voor de Palestijnen.
Controverse
Ook in breder verband zet de controverse zich voort. In de Syrische hoofdstad Damascus kwamen elf Arabische landen bijeen om zich te beraden op een economische boycot van Israël vanwege het aanhoudende geweld, waarbij de meeste slachtoffers Palestijnen zijn. Bedrijven in die landen die zaken doen met Israël worden op de zwarte lijst geplaatst.
Bij twee bomexplosies in Tel Aviv en Jeruzalem bleef dit weekeinde de schade beperkt tot materiële zaken. De explosies deden zich voor in een parkeergarage en bij een café in Tel Aviv. Het projectiel ging echter niet volledig af, waardoor de schade beperkt bleef. |