SAINT-AMAND-MONTROND - Onder luid applaus verliet hij het theater van de pijn. Tevreden ging Michael Boogerd op zoek naar het hotel. In de laatste tijdrit van de Tour de France nam de kopman van de Rabobank afscheid van zijn achtste plaats in het algemeen klassement, maar handhaafde hij zich ten koste van Stefano Garzelli, zijn voornaamste belager, in de top-tien. "Gelukkig heb ik mij niet helemaal voor niets totaal verrot gereden."
Zoals in de lijn der verwachting lag, werd de Rabobank-renner gepasseerd door Santiago Botero en Marcos Serrano. Een inhaalrace waar hij slechts even op terugkwam: "Ik had een super eerste tussentijd. Het laatste stuk ging naar beneden. Dat had ik gezien in het routeboek en op de radio gehoord. Potverdorie wat viel dat tegen. Met Geert Leinders (ploegarts, red.) had ik afgesproken om volle bak te vertrekken. Wij zouden wel zien waar het schip zou stranden. Na een prima start stond ik op het laatst geparkeerd. De beelden daarvan zou ik weleens terug willen zien. Dat moet er niet hebben uitgezien."
Terwijl het water over zijn hoofd werd gesprenkeld, droomde Michael Boogerd hardop van een Mexicaans strand, waar een vrouw net uit de zee komt en met haar natte haren schudt. Waarmee hij aangaf alweer snel onder de mensen te zijn. Op Lance Armstrong, een tijdrijder grand cru classé, leverde hij 6.23 in. In vergelijking met Jan Ullrich, ook geen kleine jongen in het gevecht tegen de chronometers, verloor 'Boogie' nog geen vijf minuten. Waarmee hij aangaf nog iets over te hebben. "Maar op dit moment is dat helemaal niets. Hoewel ik ten aanzien van Serrano en Botero een lichte voorsprong had, heb ik onderweg geen tijd gehad om te zitten rekenen. Het was pompen, pompen en nog eens pompen. En nu sta ik tiende in het algemeen klassement. Dat is een welverdiende beloning."