AMSTERDAM - Drentse vrouwen kopen de meeste kleding. Dat concludeert het modevakblad Textilia uit een overzicht dat de Vereniging van Kamers van Koophandel op zijn verzoek per provincie heeft gemaakt.
Alle in Drenthe geënquêteerde damesmodewinkels hadden in 2000 een goed jaar en zien de toekomst rooskleurig tegemoet.
In Gelderland wordt het minste dameskleding verkocht. Daar liet 58 procent van de geënquêteerde winkels een positief geluid horen.
Na de Drentse vrouwen volgen de Zuid-Hollandse en de Friezinnen zijn derde. De hoge positie van Zuid-Holland is niet te danken aan grote steden als Den Haag en Rotterdam, maar juist aan het grote landelijke gebied dat deze provincie rijk is.
In het algemeen blijkt namelijk, aldus Textilia, dat de verkoop van dameskleding in de Randstad stroef verloopt, terwijl de damesmodezaak in het dorp juist floreert.
Deels is deze ontwikkeling te verklaren uit het feit dat de afgelopen jaren mensen van middelbare leeftijd van de Randstad naar buiten zijn getrokken. Deze welgestelde groep vormt een belangrijke oorzaak van de bloeiende verkoop van damesmode in het noorden, oosten en zuiden van het land.
Andere oorzaken zijn dat er op het platteland minder aanbod, dus minder concurrentie is, dat de detaillist op het platteland meer een adviesfunctie heeft die door de klant op prijs wordt gesteld, dat het inkomensniveau in de grote steden lager is en dat in steden, met op elke straathoek een winkel, de klantenbinding minder groot is.
Het onderzoek heeft zich beperkt tot zelfstandige modedetaillisten. Warenhuizen en textielsupers vallen erbuiten.