AMSTERDAM - Een op de drie Amsterdammers lijdt aan een chronische ziekte, een kwart heeft last van een allergie.
Dat blijkt uit een onderzoek van de GG&GD onder 2670 Amsterdammers van 16 jaar en ouder. Zij werden vanaf november 1999 een jaar gevolgd door onderzoekers van de GG&GD, die er zodoende ook achter kwamen dat dat het alcoholgebruik sinds 1992 flink is toegenomen en dat Amsterdamse mannen gemiddeld flink wat zwaarder zijn geworden.
Chronisch zieke Amsterdammers hebben met name last van een slecht functionerend bewegings- en spijsverteringsstelsel, hart- en vaatziektes, of astma en bronchitis. Bovendien heeft een op de zes hoofdstedelingen last van ernstige psychische problemen, zoals depressies of overspannenheid, zo bleek uit het onderzoek. Ruim eenderde van de geïnterviewde 55-plussers heeft één of meer lichamelijke beperkingen.
Roken
Alhoewel het aantal rokers is gedaald, steken Amsterdammers er gemiddeld meer op dan de gemiddelde Nederlander: 39 (in 1992 nog 42) tegen 35 procent. Het alcoholgebruik is juist gestegen: ruim de helft drinkt licht tot matig, vijftien procent neemt veel tot zeer veel in. Daar staat tegenover dat een derde van de Amsterdammers het glas nimmer beroert.
Amsterdammers eten slecht: maar zestien procent heeft een goed voedingspatroon, waarin een dagelijks ontbijt, een warme maaltijd en groente en fruit een vaste plaats hebben. Bovendien beweegt maar een kwart van de hoofdstedelijke bevolking, met minstens vijf dagen per week 30 minuten 'matige lichamelijke activiteit', voldoende. De rest beweegt te weinig, aldus de GG&GD, die hierin mede de reden ziet waarom een derde van de Amsterdammers te zwaar is: 36 procent van de mannen, 29 procent van de vrouwen.
Gezond
Al met al zijn er door de GG&GD geen grote verschuivingen geconstateerd ten opzichte van 1992. "De voornaamste conclusie van het onderzoek is dat Amsterdammers meer moeten worden gestimuleerd om gezond te leven", aldus de gezondheidsdienst. De GG&GD wil zich in de toekomst met name richten op allochtonen en de lagere inkomensklassen, om zo "de gezondheidsverschillen tussen de Amsterdammers te verkleinen".
Overigens bleek uit recente sterftecijfers van het Bureau Onderzoek en Statistiek al dat het leven in de hoofdstad ongezonder is dan in de rest van het land. Zo leven Amsterdamse mannen gemiddeld twee jaar korter dan andere Nederlanders en maken mannelijke dertigers in de hoofdstad zelfs twee keer zoveel kans te overlijden dan hun collega's elders. |