Nederlands bedrijfsleven voorstander van emissiehandel. (Foto: © Dijkstra b.v.)

AMSTERDAM - De Verenigde Staten lieten gisteren weten de uitkomst van de in Bonn gehouden VN-klimaatconferentie onaanvaardbaar te vinden.

Hoewel argumenten die pleiten voor uitstel van de aanpak van de CO2-uitstoot stuk voor stuk hout snijden, valt er toch meer te zeggen voor de snelle invoering van een klimaatbeleid.

Dat concludeert het Centraal Planbureau in het maandag gepubliceerde rapport 'klimaatbeleid, de risico's van uitstel'. De onzekerheden en te verwachten technologische doorbraken worden vaak als argumenten gebruikt de CO2-aanpak op de lange baan te schuiven. Het Planbureau wijst er echter op dat het helemaal geen zin heeft om te wachten op 'de oplossing'. De technologische verbetering waar men op hoopt komt pas tot stand als de huidige technologie ook daadwerkelijk wordt gebruikt.

Een andere conclusie uit het rapport is dat een strikt milieubeleid de concurrentiepositie van landen kan verbeteren en van nieuwe, winstgevende markten zal ontwikkelen. Bovendien vindt het Planbureau dat de rijke, geïndustrialiseerde landen als grootste vervuilers min of meer moreel verplicht zijn het voortouw te nemen. Want anders is de schade aan het milieu onomkeerbaar.

"Er zijn veel, goede redenen om snel aan de slag te gaan met een klimaatbeleid", aldus Henri de Groot, als onderzoeker verbonden aan het Centraal Planbureau en de Vrije Universiteit. "Bovendien is er nog een enorm potentieel aan goedkope maatregelen."

Hoewel De Groot van mening is dat het huidige akkoord een slap aftreksel is van wat in eerste instantie het streven was, is hij toch positief. "Bedrijven weten nu eindelijk waar ze aantoe zijn", aldus De Groot. "En hoewel er veel water bij de wijn is gedaan door de EU, is in elk geval de basis blijven bestaan voor verder onderhandelen."

Nu er een akkoord is over de manier waarop de CO2-reductie moet worden gerealiseerd, krijgen de internationale spelregels voor een klimaatbeleid eindelijk vorm. Het Nederlandse bedrijfsleven is een groot voorstander van emissiehandel als instrument om de reductie te realiseren. Maar een eerder gepubliceerd rapport van het Planbureau leert dat het verhogen van de reguliere energiebelasting ook effectief is.

Zowel het verhogen van de bestaande reb-tarieven voor kleinverbruikers als het belasten van grootverbruikers leidt tot een emissiereductie, zo luidt een conclusie van het rapport 'Economische effecten van verhoging en verbreding van de Reguliere Energiebelasting'.

De energie-intensieve industrie is nu nog vrijgesteld van de reb en verzet zich met hand en tand tegen de invoering ervan. De ondernemingen vrezen dat de internationale concurrentiepositie ernstig verslechterd als dat wel gebeurd. De reb is in 1996 ingevoerd als één van de middelen om de CO2-uitstoot terug te dringen.

zoek naar gerelateerde artikelen

wo 25 juli 2001