|
Radovan Karadzic (Foto: AP)
|
SARAJEVO - De regering van de Republika Srpska bereidt een wetsvoorstel voor dat voorziet in samenwerking met het Joegoslavië-Tribunaal in Den Haag.
Daarmee is de uitlevering van de van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische Serviërs Radovan Karadzic en Ratko Mladic weer een stapje dichterbij. Volgens internationale waarnemers houden zich in totaal vijftien verdachte oorlogsmisdadigers op in Republika Srpska.
De regering van het Servische deel van Bosnië is het laatste deelgebied van het voormalig Joegoslavië dat weigert om verdachten uit te leveren aan Den Haag. Samenwerking met het VN-hof was een van de voorwaarden van het in 1995 getekende akkoord van Dayton. De Bosnische Serviërs weigeren echter al zes jaar die bepaling om te zetten in nationale wetgeving.
Het wetsvoorstel wordt vandaag in het parlement besproken. Premier Mladen Ivanic sprak de verwachting uit dat het voorstel nu wel door het parlement komt. Hij waarschuwde dat de Republika Srpska internationaal geïsoleerd zal raken als dat niet gebeurd.
De Bosnisch-Servische regering stuurde gisteren een rekening van omgerekend 630.000 gulden naar de organisatoren van de herdenking van de massamoord in Srebrenica.
Ongeveer 2000 politie-agenten bewaakten op 11 juli in Potocari een optocht van zo'n 3000 overlevenden van de slachting in Srebrenica in 1995 waarbij naar schatting zo'n 8000 moslims omkwamen.
De Bosnisch-Servische politie zegt dat haar begroting niet voorziet in het beveiligen van grote evenementen. Het hoofd van het organisatiecomité zei dat de rekening niet zal worden betaald. (AP)